721 niet te erkennen, maar de lijn der vorderingen moet gestadig en niet te vlug stijgenanders zou zij in den oorlog aan een plotselingen val blootstaan. In het leger zorge men vóór allesen in de eerste plaats wat aangaat de officierende zenuwen niet te schokken en het hoofd koel te houdenwant deze factoren zijn het ten slotte tochdie de palm der overwinning aan het vaandel moeten hechtenniet de ingewikkelde oorlogsmachines en taktische vonnen. Over de Fransche Veldversterking. Het Fransche Pioniervoorschrift (Instruction pratique sur les travaux de campagne a l'usage des troupes d' Infanterie) zegt van zichzelf, dat het een aanvulling is van het Exercitiereglement, (Règlement sur les manoeuvres) en het Schiet voorschrift (Règlement sur 1'instruction du tir). In de voorrede zegt het: „De veldbevestiging is slechts middel, geen doel", (n'est qu'un moyen et non un but), en verlangt dat bij de oefeningen deze drie voorschriften ook gelijk zullen worden beoefend. Zoo zijn ook bij de afzonderlijke punten de betrekkelijke artikelen van het Exercitie reglement aangehaald. In punt 1 staat, dat: »de aanwending van veldversterkingen steeds afhankelijk is van de algemee- ne regels van het gevecht" en wordt een onderscheid gemaakt tusschen vluch tige en versterkte veldbevestiging. Bijzonder interesseert ons het gebruik maken van de veldversterkings- kunst bij den aanval (punt 2 9). Punt 2: »De aanvaller onderhoudt steeds de voorwaartsche beweging, welke alleen be slissing kan brengen en niet te weerstaan is zoodra de voorwaartsche beweging, hetzij vrijwillig, hetzij omdat de omstandigheden hiertoe noodzaken, wordt on derbroken, wordt hij noodzakelijkerwijze verdediger Punt 253 van het Exercitiereglement waarnaar hier wordt verwezen luidt «Het offensief eisclit den vasten wil om den tegenstander te bereiken en hem uit zijn stelling te verdrijvende infanterie, die het bevel gekregen heeft een bepaald objekt aan te vallen, moet al haar energie aanwenden om terrein voor waarts te winnen. Zoodra de omstandigheden haar dwingen tijdelijk deze voor waartsche beweging te staken, moet zij alles wat in haar macht ligt aanwenden om de voonvaatsche beweging zoo spoedig mogelijk weer voort te zetten." Punt 2 van het Pioniervoorschrift geeft verder aan «Gedurende dit vrijwillige of onvrijwillige stellingnemen, biedt de versterkings kunst het middel aan om het weerstandsvermogen van de infanterie te verhoo- gen. Bij het voorwaartsgaan heeft de infanterie dus menigvuldige gelegenheid om enkele terreinpunten in staat van verdediging te brengen, dan wel dekkingen en hindernissen, die zij op den vijand heeft veroverd of gedurende het voorwaarts dringen heeft bereikt en welke zij wil vasthouden te verbeteren, hetzij om een retour-offensief te kunnen weerstaan, hetzij om de hernieuwde voorwaartsche beweging gemakkelijker te kunnen maken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 71