7 09 I zo in oiitils de terras sier (gereedschap voor aardwerkl d. z. 112 schoppen (7 per groep) en 32 houweelen (2 per groep) en outiis de destruction bestaande uit 12 handbijlen en 4 groote bijlen (1 bijl per groep), 16 snoeimessen (1 per groep), 4 ijzerdraadscharen en 1 zaag (totaal 181 werktuigen). Punt 5, Voorwaartsche beweging, verwijst naar punt 257 van het E. R., hetwelk luidt: De infanterie gaat vooruit in de richting van het haar aangewezen object, in front en op de flank door min of meer sterke patrouilles gedekt, welke af gezonden worden door de het eerst ontwikkelde afdeelingen. Deze patrouilles berichten omtrent vijandelijke bewegingen, waken tegen verrassingen van 's vijands zijde en maken het den aanvoerders mogelijk het terrein te verkennen, waarop zij hunne troepen voorwaarts moeten brengenzoo mogelijk brengen zij de verbinding tot stand tusselien vechtende afdeelingen. De achterkomende afdeelingen vermijden het open terrein en de bestreken gedeelten en volgen de terreinplooien en ingezonken gedeelten, die op hun weg liggen. Deze afdeelingen, vereenigd om een terreingedeelte te benutten, of door, naar omstandigheden, grootere of kleinere tusschenruimten gescheiden, trachten achtereenvolgens de dekkingen te bereiken, die in hunne werkingsspheer liggen; de afdeelingen, die een gunstig terrein voor zich hebben liggen, leiden de voor waartsche beweging in, zij bezetten het eerste de steunpunten, waarvan liet. bezit het terreinwinnen van minder begunstigde afdeelingen vergemakkelijkt". Men vergelijke daarmede eens punt 203 van Japansche E. R. luidende: De invloeden van het vijandelijk vuur en van het terrein zijn bij elke af- deeling der vuurlinie verschillend; daarom kan een gedeelte der linie gemak kelijker vooruitkomen dan de andere. Zulke gelegenheden moeten door de betreffende afdeeling benut worden, wanneer ook daardoor de samenhang tij delijk verloren gaat. Hierbij mag echter het vuur der achtergebleven afdeelingen niet gehinderd worden. Dikwijls zal het voorkomen, dat het bezetten van een gunstig terreingedeelte door een deel der vuurlinie het voorwaartsgaan van het andere deel vergemakkelijkt". Evenzoo punt 325 van het nieuwe Zwitsersehe E. R. luidende: Noch het voorwaartsgaan, noch het openen van het vuur door de infanterie zullen in een uitgestrekte vuurlinie gelijktijdig kunnen geschieden. De dichter tot den vijand genaderde afdeelingen vergemakkelijken door hun vuur het voor waartsgaan der achtergebleven afdeelingen". En de punten 578 en 579 van het. Oostenrijksche E. R De voorwaartsche beweging moet zoo lang als mogelijk onafgebroken voort gezet worden, totdat het openen van het eigen vuur doelmatig blijkt. Van hoe veel gewicht het echter ook is om tot dat tijdstip het voorwaartsgaan vlot te onderhouden, zoo mag toch niet uit het oog worden verloren, dat liet bij enkele afdeelingen noodig zal zijn waar mogelijk achter dekkingenhalt te houden". Het Italiaansche E. R. zegt in hoofdstuk 2, punt 12; »In den regel openen de afdeelingen eerst het vuur, nadat zij de nieuwe stel ling behoorlijk hebben ingenomen en vergemakkelijken zoo het voorwaartsgaan der achtergebleven afdeelingen, enz." Het Fransche E. R. gaat in punt 257 voort: «Naargelang van de gesteldheid van het terrein en de verdeeling der dek kingen, zullen dus de in de gevechtslinie ontwikkelde troepen zich bij de voor waartsche beweging samenlioopen op de gunstige terreinpunten, terwijl de open en bestreken ruimten slechts door zwakke afdeelingen bezet zullen blijven. De aan de afdeelingen, die een gemeenschappelijk doel hebben, opgelegde verplich-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 73