5 kring vinden als territoriaal commandanten, waaraan groote behoefte bestaat. NOTA. Ingevolge het gestelde in art. 42 van het Reglement van Orde heeft de ondergeteekende de eer het navolgende per Nota onder de aandacht te brengen. Ook naar de meening van den ondergeteekende werd een hoogst nut tige maatregel tot stand gebracht door de invoering van een commando over het veldleger en door de indeeling van cavalerie en artillerie bij de divisiën. Is door een en ander, ook naar zijn gevoelen, eene groote schrede voorwaarts gedaan het komt hem noodig voor, en zulks om dezelfde reden waarom de bovenbedoelde maatregel toejuiching verdient, dat de hoogere bevelvoering in het leger, en in verband daarmede de samen stelling van het Departement van Oorlog, op andere wijze worde gere geld dan nu het geval is. Blijkens het gestelde in 2 der Memorie van Toelichting, behoorende bij het wetsontwerp tot nadere vaststelling van het VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1908, is ook de Minister van Oorlog van meening, dat wijziging van de hoogere bevelvoering in het leger noodig is. De door Zijne Excellentie ontworpen wijziging houdt echter geen ver band met eene wijziging in de samenstelling van het Departement van Oorlog en bereidt daardoor, naar het gevoelen van den ondergeteeken de, den oorlogstoestand niet voldoende voor, terwijl zij minder logische verhoudingen in het leven roept. Hoe minder verschikkingen in de bevelvoering in geval van mobilisa tie noodig zijn, hoe beter. Het is ook daarom wenschelijk reeds in vredestijd de onderdeelen der wapens voor zooveel doenlijk te doen ressorteeren onder de bevelen van hen, die daarover bij mobilisatie het bevel zullen voeren. Geldt dit voor de afdeelingen van het veldleger, het geldt evenzeer voor de bezettingen van liniën en stellingen. Dit beginsel doorvoerende zul len de inspecteurs der wapens (behalve die der genie, althans zoolang het bataljon pionniers een onderdeel van het regiment genietroepen blijft uitmaken) ophouden chef van hun wapen te zijn (1). Zij blijven dan adviseurs van den Minister, tevens belast met de behartiging der alge- 1) De titel van Inspecteur is voor die autoriteiten behouden resp. aangenomen, eigenlijk om een titel te hebben, doch niet om aan te geven dat de hoofdtaak der bedoelde auto riteiten zou zjjn: inspecteeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 755