725 Wanneer na de opening van het vuur het voorwaartsgaan mei sprongen geschied, zullen de manschappen bij elk halt houden zich nestelen achter ter- reinophoogingen. De minste dekking zal de schutters tot zich trekken, maar het zal dikwijls gebeuren, dat deze dekking zich in ongunstigen toestand voor de bezetting bevindt. t In vele gevallen zal de dekking te geringe afmetingen hebben om al_ de men- schen van de groep te bergen en te beschermen, of wel hare gesteldheid zal de manschappen hinderen in het goed gebruik maken van het geweer of ook wel, een kleine verhevenheid van het terrein ofbegroeiing zal het richten belemmeren, enz. De manschappen van de groep zullen onder leiding van een hunner, gegra dueerde of niet, hunne krachten vereenigen om de dekking door middel van hun pioniergereedschap te verbeteren. In andere gevallen zal de groep zoo mogelijk met behulp van het pionierge reedschap kleine aarddekkingen (masques protecteurs en terre) maken op ter reingedeelten waar natuurlijke dekkingen ontbreken. Al dit werk moet door de groep in het algemeen liggend worden uitgevoerdzeer dikwijls zullen slechts enkele manschappen werken terwijl de anderen blijven doorvuren. Op de korte afstanden, wanneer het voorwaartsgaan zelfs met kleine afdee- lingen niet meer mogelijk is, zullen de manschappen der vuurlinie, welke tot stilstand is gedwongen, zich ingraven, hetzij afzonderlijk, hetzij in gemeenschap met kameraden, wanneer tenminste geen terreinverhooging aanwezig is, waal van zij gebruik kunnen maken. Deze dekkingen zullen meestentijds uit eenvou dige kuilen bestaan, waarvan de aarde, naar 's vijands zijde opgeworpen, eene ophooging vormt, zoodat het hoofd van den schutter tenminste gedekt is. Duurt het oponthoud langer, dan zullen de schutters deze zoo primitief opgeworpen dekkingen langzamerhand verbeteren en waar mogelijk met die van de neven- groep verbinden, zoodat ze met deze ten slotte èèn worden. Gedurende het voorwaartsgaan bij de algemeene offensieve beweging zullen de reserves van haar kant met de beschikbare hulpmiddelen de steunpunten, waarvan de inrichting door de voorste linie begonnen was, moeten verbeteren In het tweede hoofdstuk wordt dan o.a. speciaal dit ingraven der ongedekt liggende vurende tirailleurlinie nader door figuren duidelijk gemaakt. Wanneer A en B twee manschappen zijn van eene groep, die met tusschenruimte van 1 pas liggen te vuren, zoo graaft A, terwijl B vuurt, eenigszins op de linkerzijde liggende, rechts van zich een ovale kuil, van ongeveer een halve manslengte, terwijl hij de grond naar voren werpt. Daarna vuurt A en graaft B op gelijke wijze rechts van zich een gelijke kuil. Alsdan neemt A in zijn eerst gegraven dekking liggende wederom de schop ter hand en verbindt beide kuilen door een derde, waardoor de dekking wordt verhoogd. In het begin worden de ransels gebruikt tot steunpunt voor het geweer. Geen enkel tactisch voorschrift heeft tot nu toe zulk een nadruk gelegd op het gebruik van de schop bij den aanval, en wanneer ook al in het Fransche pioniervoorschrift wordt gezegd: „het misbruik maken van veld versterkingen d.w.z. het overdreven kleven van den enkelen man of van de groep aan een terreingedeelte, zal evenzoo nadeelige gevolgen hebben, al zijn deze ook van een andere soort, dan die voortvloeien uit een onbesuisd vooruitgaan zonder zich om eenige dekking te bekommeren", zoo wil het ons toch toeschijnen, dat deze „maulwurfsaangriff" meer berekend is voor een positiegevecht a la Moekden. Het Duitsche P.V. zegt in punt 7: ;>Ook bij den aanval zal het pioniergereedschap tot het vasthouden van ver overde terreingedeelten en tot liet inrichten van nieuwe uitgangspunten voor het voorwaartsgaan waardevolle diensten verleenen; zelfs onder het vijandelijk vuur kan zijn gebruik van nut zijn".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 75