744
Nu de heer Six in ruste is en kapitein Cremer diens scepter heeft
overgenomen, -wordt bij koloniën misschien wel een gunstig oor verleend
aan dezen maatregel, van welken alleen zal kunnen gezegd worden,
dat hij bijna vijf en twintig jaren te laat wordt genomen".
Tot zoover de briefschrijver. Wie van onze lezers wat meer wil weten
van het „militair bureau bij het ministerie van koloniën", van diens in
vloed en werkwijze, raden wij aan te lezen het artikel van dien naam,
voorkomende in het Bat. Nieuwsblad van 5 Juni, tweede blad. Het is
gestreven door iemand, die blijkbaar achter de coulissen heeft gekeken, en
geeft een aardigen kijk op een onderdeel van onze regeeringsmachine.
Officierspaarden.
Over dit onderwerp hebben meerdere schrijvers hun licht doen schijnen.
Afdoende maatregelen betreffende de remonteering van officieren zijn door
het Legerbestuur volgens velen nog niet getroffen. Nog steeds is het
„bereden" zijn een geldelijke belasting.
In het Bat. Nieuwsblad klaagt een artillerist over het feit, dat de ar
tilleristen geen behoorlijk afgerichte paarden konden vinden, waarvan de
promoties 1904 1907 zouden kunnen getuigen.
Deze schrijver vernam, dat door het Legerbestuur de volgende regeling
werd getroffen
„Er wordt voor het wapen der artillerie een eigen officiersremonteering
opgericht, waartoe jaarlijks door de commissie voor aankoop in Australië
een 40-tal paarden worden aangekocht tusschen de 3 en 5 jaar.
Voorloopig komen deze paarden boven de sterkte in Padalarang.
Voorts worden al dadelijk jaarlijks uit alle te Padalarang aanwezige
rjjpaarden bovengenoemd aantal paarden uitgezocht, welke door bouw,
leeftijd, houding, temperament, beenwerk enz. beloven goede officierspaar
den te werden.
Deze paarden worden afgericht bij de cavalerie te Salatiga".
Hij toont zich daarover dankbaar, maar niet voldaan
Dankbaar voor de gelegenheid, die nu bestaat een behoorlijk paard te
kunnen koopen, dankbaar omdat het door deskundigen zal worden afge
richt, maar niet voldaan omdat de financiëele quaestie onvoldoende ge
regeld is.
Ieder officier toch, staat bij het gouvernement in 't krijt en moet
zich daarvoor eene korting van minstens f 20.'s maands laten wel
gevallen.
In Europa zoo redeneert de schrijver krijgt men f 300 als tege
moetkoming voor eerste aanschaffing en verder jaarlijks f 200 per paard.
Daarmee kan men uitkomen. Andere landen geven gratis hun offi
cieren een dienstpaard in gebruik, dat zij niet mogen verkoopen, maar
na eenige jaren hun eigendom is.