746 lui leventje leiden ten koste van den kleinen man! Maar de lagere adel, waaronder veel meer energie schuilt dan gij, Europeauen, ooit vermoedt, wil wèl, maar.... heeft gebrek aan onderwijs. De niet-adellijke Javaan, die voldoende onderwijs genoten heeft, wordt niet toegelaten, zooals verleden jaar gebeurd is. Hoe komt gij er toch toe, te veronderstellen, dat de ontwikkelde Javaan van zg. aanzienlijke afkomst den neus zou optrekken voor een even ontwikkelden Javaan uit het lagere volk? En als het gouvernement nu die gelegenheid, om eene mooie betrekking te krijgen, voor ons weer sluit, dan zal het heeten omdat de Javaan lui is of dom, of nog niet rijp, of te veeleischend, enz. Maar de eigenlijke reden is „omdat de Europeaan ons niet begrijpt "Velen ook gelooven dat de Europeesche officieren hunne inlandsche collega's met den nek zullen aanzien, omdat zij minder geleerd hebben enmaar inlanders zijn. De behandeling, die wij maar al te dikwijls van Europeanen ondervinden, doet ons zulks met zeer veel grond ver onderstellen. Dan nog zijn er verscheidenen bang, omdat.ja, omdat zij nog te weinig van die instelling weten, zoodat bv. meerdere publiciteit daaraan veel goed zou kunnen doen. Yelen denken ook dat alléén jongelie den, afkomstig van de hoogere burgerscholen en opleidingsscholen, kunnen worden toegelaten, wat verleden jaar waar was, maar thans niet meer. U zult willen toegeven dat, naar aanleiding van het bovenstaande, de, zooeven door mij uitgesproken twijfel volkomen recht van bestaan heeft. Het verwondert mij, dat de ontwikkelde inlander, die toch zeker wel volgt wat over hem geschreven wordt, zelf niet eens voor den dag komt met zijne meening b.v. in de dagbladen. Hij kan er van overtuigd zijn, dat de regeering aan die uitingen alle aandacht zal schenken." Tot zoover de schrijver. Wij deelen hierbij nog mede, dat er door de regeering ernstig over gedacht wordt om Alkmaar en Breda voor de inlandsche jongelieden te openen en hen dan overigens volkomen als gelijke van den Europeeschen officier te beschouwen. De vraag rijst echter of de inlandsche ouders er toe zullen besluiten, hunne kinderen voor zóó lang naar het vreemde Kafirland te zenden en of zij niet veel meer gebaat zouden zijn met eene inrichting in Indië, overeenkomende met de academie te Breda, waar dus inlandsche officieren worden op geleid, die in kennis weinig zullen verschillen van hunne Europeesche collega's, doch die overigens met wat minder traktement méér dan te vreden zullen zijn. Het instituut van de Inlandsche officieren is er een, dat met verdeelde sympathie is ontvangen. Toch zal de ontzettende post aan bezoldigingen voor Europeesche ambtenaren en officieren die onze Begrooting drukt en steeds meer zal drukken hoe langer hoe meer noodzaken uit een oeconomisch oogpunt, naar het zoeken van goedkoopere werkkrachten. Daaraan is niet te ontkomen en zoo zullen intelligente inboorlingen moeten worden toegelaten in een steeds grooteren kring van ambten en be trekkingen. Het instituut van de Inl. officieren is er zoo een, doch het zal te niet gaan, indien op den ingeslagen weg wordt voortgegaan. Laat ons toch eens even nagaan hoe de leerlingen van de Dokter- djawa school worden voorbereid, liever gezegd hoe lang, en dan toch in 's he-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 96