Nogmaals de Leidraad Pionier oefeningen Infanterie. De heer H. J. Y. heeft in een naschrift op mijn artikeltje „Eenige opmerkingen naar aanleiding van den verschenen Lei draad Pionieroefeningen Infanterie" (zie Afl. 4) het nieuwe voorschrift tegen mijne critiek in bescherming genomen. Mijn geachte bestrijder is hierbij uitgegaan van mijne conclusie „dat deze Leidraad niet geeft, wat ik er van meende te mogen ver wachten". Ik neem evenwel de vrijheid op te merken dat mijne minder gunstige beoordeeling zich baseerde op twee grieven. a. Yan het goede dat het oude voorschrift bevatte, werd in den nieuwen Leidraad het grootste gedeelte weggelaten, b. het nieuwe, dat in den laatsten Leidraad werd opgenomen, is tegen critiek slechts matig bestand. De heer V. heeft in zijn betoog alleen mijn eerste grief be sproken. Vooreerst noemt V. het thans vervallen voorschrift geheel verouderd. Deze opvatting kan ik evenwel slechts gedeeltelijk onderschrijven; de hoofdstukken II t/m VI van dit voorschrift hadden bijna met even veel recht in 1908 als in 1889 het licht mogen zien. Had men de paragraaf over vlaggestokken willen weg laten, ik heb er vrede meeook de voorziening van drinkwater had wat gemoderniseerd kunnen wordenmaar zonder in details af te dalen durf ik te beweren, dat de hoofdstukken II t/m VI bijna onveranderd hadden kunnen worden herdrukt. Werden in dit voorschrift nu nog eenige aanwijzingen omtrent het bouwen van tijdelijke stallen en het parkeeren van bereden troepen opgenomen, dan zou het boekje als „Leidraad voor pionierwerkzaamlieden voor het Indische leger" wellicht geen kwaad figuur maken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 149