802 Naar mijne meening hebben wij naast den bovenomschreven „Leidraad voor pionierwerkzaamheden" nog noodig: le. Een „Leidraad voor den aanleg en het gebruik van veldversterkingen bij de Infanterie", waarin het geheele hoofd stuk YII van het oude voorschrift, doch geheel gemoderniseerd, is opgenomen; en 2e. Een „Leidraad voor het verrichten van vernielingen en het opruimen van hindernissen voor de Infanterie", dat zou moeten bevatten hoofdstuk VIII van het oude voorschrift (even eens gemoderniseerd en aanmerkelijk uitgebreid) alsmede het voorschrift springmiddelen 1). Aan dit drietal boekjes heeft onze Infanterie behoefte, wil men met grond verwachten, dat zij in staat zal zijn ten allen tijde te voldoon aan de eischen die men haar stellen mag. Naar aanleiding van deze overwegingen moet ik dan ook mijne overtuiging handhaven, dat de nieuwe Leidraad geene verbetering heeft gebracht in den bestaanden toestand en niet voldoet aan de eischen die men aan een Leidraad tot het houden van pionieroefeningen kan stellen, zelfs al is dit voorschrift uit sluitend bestemd voor de Infanterie. E. 1) De Infanteno is "wel in het bezit van een voorschrift springmiddelen, maar heeft deze laatsten niet in hare uitrusting aan Pioniergereedschappen. {Red.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 152