823
en scheikunde, algemeene grondbeginselen der Japansche wetgeving, eco
nomische politiek, teekenen, muziek en gymnastiek, waaronder begrepen
militaire oefeningen tot en met de compagniesschool.
Militair Onderricht.
Gedurende de 5 leerjaren van den cursus hebben de leerlingen 3
uur militair onderricht per week. Deze oefeningen zijn geregeld als volgt:
lste jaar. Oefeningen zonder geweer.
a. Soldatenschool.
b. Sectieschool.
2de jaar. Als boven en bovendien de compagniesschool.
3de jaar. Als boven, benevens gymnastische oefeningen en het com-
mandeeren.
4de en 5de jaar. Alle exercitiën der eerste 3 jaren met het geweer.
Iedere middelbare school moet in het bezit zijn van: geweren met
bajonet en toebehooren, ransels, brug, paard, ladder, evenwichtsboom en
polsstokken.
Normaalscholen.
Algemeen Onderwijs.
Het leerplan vastgesteld voor de normaalscholen omvat het navolgende
zedeleer, opvoedkunde, letterkunde (Japansche en Chineesche), geschie
denis (vaderlandsche en algemeene), aardrijkskunde, wiskunde, natuurlijke
historie, natuurkuude en scheikunde, Japansch schoonschrift, muziek en
gymnastiek.
De normaalschool duurt 4 jaar van elk 45 weken. Elke klasse mag
niet meer dan 40 leerlingen tellen.
Militair Onderricht.
lste jaar. (6 uur per week). Gymnastiek, soldaten- en sectieschool met
het geweer.
2de jaar. (6 uur per week). Als boven benevens compagniesschool
met het geweer, bajonetschermen, velddienstoefeningen en eenige kennis
van krijgskunde.
3de jaar. (6 uur per week). Herhaling van het geleerde gedurende
de eerste twee jaren.
éde jaar. Als boven; bovendien zijn zij voorwerker bij de gymnastische
oefeningen en instructeur hij de exercitiën.
Nog verdient vermelding dat aan alle scholen verscheidene onder
officieren van het leger en de reserve zijn verbonden, die belast zijn met
het militaire onderwijs aan de leerlingen. De verkregen resultaten worden
dikwijls nagegaan door officieren, terwijl de oefeningen, waaraan de jeugd
na afloop van haar verplichten schooltijd deelneemt, worden geleid. Want
de Japansche jeugd wordt nadat zij de school heeft verlaten, niet aan
haar lot overgelaten; in elke gemeente vereenigt de Japansche jongeling
schap zich tot afdeelingen, waarin niet alleen de patriottische geest wordt
aangewakkerd, maar ook aan de moreele kracht en de lichamelijke
I. M. T. 1908. 53