838
Duitschland.
Veldtelefoon voor de Artillerie.
De uitrusting van de veldartillerie met de nieuwe kijkers (Scheren-
fernrohr) waarmede het vorige jaar begonnen was, is thans geheel beëin
digd. Een ander in het nieuwe exercitiereglement in uitzicht gesteld
hulpmiddel, de veldtelefoon, laat helaas nog steeds op zich wachten.
De opgedane ervaringen hebben bewezen, dat in het bijzonder voor het
schieten nit gedekte stellingen de telefoon onontbeerlijk is. Kondschap
pers, signaalvlaggen enz. zijn slechts treurige hulpmiddelen. Het is drin
gend gewenscht, dat de geheele veldartillerie nog voor den aanvang van
de, dit jaar te hoiiden schietoefeningen met de telefoon wordt uitgerust.
(iV. M. B. No. 14115).
Duitschlancl.
Diploma's voor Capitulanten.
De Reichshote vermeldt als eene oorzaak van het tekort aan onder
officieren
De voornaamste aantrekkelijkheid van den onderofficiersstand is het
vooruitzicht op het brevet voor overgang in burgerlijken dienst, waar
door de onderofficier eene achtenswaardige, goed bezoldigde burger
betrekking hoopt te verkrijgen. Maar bij eene aandachtige beschouwing
dezer aangelegenheid zinkt dit voordeel van den militairen sollicitant
tegenover °den burgersollicitant grootendeels weg of verdwijnt geheel.
Het brevet geeft den militairen sollicitant het uitzicht op eene aanstelling
in civielen dienst. Natuurlijk volgt deze alleen dan wanneer de sollicitant
op de vereischte dosis kennis kan bogen. De onderofficieren hebben
gewoonlijk niet meer dan de lagere school afgeloopen, ze leerden dan
een handwerk of zochten eene betrekking; in ieder geval bood zich
bij hen geen gelegenheid aan tot verdere geestelijke ontwikkeling. De
op de lagere school opgedane kennis is bij lange niet voldoende voor
de eischen, die bij de voorafgaande examens aan de militaire sollicitanten
worden gesteld. Bovendien is nog een groot gedeelte van de verworven
kennis verloren gegaan in de lange jaren, die liggen tusschen het van
school gaan en het onderofficier worden. Nu begint het Capitulanten-
onderricht, maar dit kan slechts eene herhaling zijn van hetgeen op de
lagere school is geleerd. Of nu de geheele inrichting van het onderwps
practisch is, willen we eens nagaan. De ijverige leerling bezoekt de
lessen in de laagste klasse te beginnen gedurende 4 winterseizoenen.
Dan is hij gerekend dat hij 20 jaar was bij zijn indiensttreden 2b
jaar oud. Nu treedt wederom een pauze in van 6 jaar tot het afleggen der
proef, gedurende welken tijd hij slechts weinig gelegenheid heeft om
zich verder te bekwamen. Op zijn 32ste jaar heeft de onderofficier zijn
diensttijd volbracht. Yoor goed bezoldigde ambtenaarsbetrekkingen
moet hij, na het afleggen van zijn toelatingsexamen, meestentijds een
a twee jaren tijdelijk dienen voor hij vast geplaatst wordt. Hierop
volgen dan de jaren dat hij hulpbeambte of daggelder is, zoodat de mili
taire sollicitant bij zijne definitieve aanstelling als ambtenaar reeds 37