Van eene Oude Koe en eene Sloot „Au", was mijn eerste uitroep, toen ik van aflevering 7 de inhoudsopgave opsloeg, 't Is goed, dat overste Graafland, de maréchausséeman van 96 A) nog niet dood is. Er kwam een aardbeving, zoo zou hij zich omdraaien in zijn graf. „Een vaandel voor de maréchaussée„Wat is dat? Wordt er een uit gereikt?" Blz. 705 stelde me gerust. Er wordt pas om gevraagd. Dat er lange mijlen mogen liggen tusschen Juli 1908 en het tijdstip van uitreiking! Ik ben maar een normaal, gewoon infanteristje, heb wel eens m'n revolver moeten afschieten, 't wel eens gehad, dat mijn sectie niet volgde zooals ik wilde, zelfs wel eens een paar geweren buitgemaakt, doch niets bij zonders gepresteerd en mijn borst is nog „maagdelijk". Maar toch waag ik het te zeggen, dat ik bij lezing van blz. 705 het gevoel kreeg van aan een slootkant te staan en iemand te "Wij moeten hen voeren tot stipte plichts betrachting, bovenal daar waar hij die onder de zwaarste omstandigheden eenmaal zal moeten toonen: op het gevechtsveld. Daartoe behoeven we meer dan een symbool voor vrede* tjjd dat nu bij een deel der onzen verkeerd uitwerkt en in tgd van oorlog ze ker geen goed meer kan doen. Daartoe hebben we van nocde iets wat steeds geleefd heeft en steeds zal blijven leven: het bezielende voorbeeld, waarmede wij onze minderen voor_ gaan, de "ware taal, die we tot hen spreken en waarmede wij, de aanvoerders, evenzeer als het vaandel voorheen, in de toekomst groote offers kunnen verkrijgen, maar dan zulke die inderdaad zullen gebracht zijn tot heil van ons lieve Vaderland. 23e. jr.gang Militaire Gids 1904. 1) Lees eens: Tactiek der maréchaussée op Atjeh. M. Gids 21e jaargang.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 263