VAN ALLES WAT. De Samenwerking; der Infanterie en Artillerie in het Gevecht. Tot voor korten tijd was men algemeen van oordeel, dat de veldslag in meerdere afdeelingen was te splitsen, waarvan de eerste bestond uit een groot artillerie-duel, in het tweede de overwinnende artillerie zich wendde tegen de vijandelijke infanterie-stelling, terwijl als derde deel de storm volgde, waarbij zich de vervolging aansloot. Infanterie en Artil lerie streden elk voor zich zelf, zonder zich veel om elkander te be kommeren. Ongetwijfeld komt aan den Franschen generaal Langlois de verdienste toe, dat hij, misschien niet do eerste, dan toch in ieder geval de meest besliste in zijn werk „L'Artillerie de campagne en liaison avec les autres armes" deze algemeene opvatting heeft bestreden en heeft be pleit, dat een goede uitslag moet worden verkregen door samenwerking der beide wapensoorten. Het „samenwerken der beide wapensoorten'' is voortaan een geliefkoosd thema geworden. De Fransche majoor Niessel heeft de dankbare taak volbracht dit „samenwerken" in eene grondige studie 1) onder het oog te zien en daarbij een reeks goede en treffende gedachten uitgesproken. Niettegen staande de auteur infanterist is bezit hij een merkwaardige kennis der artillerie en ziet alles zonder vooringenomenheid. Daarom kan aan de officieren van alle wapens de studie van dit interessante boek worden aanbevolenzij zullen daarin een menigte behartigingswaardige wenken vinden. In de inleiding voert de schrijver aan, dat de Artillerie uitsluitend do verplichting heeft de Infanterie te ondersteunen, waut deze slechts kan ten slotte de overwinning bevechten. De nauwe verbinding der beide wapens is daartoe een eerste eisch. Infanteristen en Artilleristen moeten eikaars vechtwijze wederkeerig kennen, om de door het andere wapen verkregen voordeelen te kunnen benutten; zonder dit blijft beider arbeid onvruchtbaar. Daar de hoogere troepenleiding niet overal kan ingrijpen, moeten beide wapens dezelfde tactische opvattingen hebben. De herfst- manoeuvres zijn van te korten duur. dan dat zij voldoende zijn om over eenstemming dier opvattingen te krijgen ook voordrachten, oefeningen op de kaart enz. zijn daarvoor niet voldoende; er is een inniger, zoo mogelijk langdurig samenwerken noodig. Men tracht wel een voorstel ling van de werking van het andere wapen te verkrijgen, maar meer met het doel om zich aan deze werking te onttrekken, terwijl het van meer gewicht is deze kennis voor offensieve doeleinden te gebruiken. De officieren van andere wapens behoeven van de technische bijzon derheden der Artillerie niets te weten, wanneer zij slechts een grondige kennis bezitten van hare vuuruitwerking en het inschieten. Alleen dan kunnen zij berekenen, wanneer de Artillerie tot het werkzaam vuur kan overgaan en zich tijdig aan dat vuur onttrekken Yan den anderen kant 1) Combinaison de&; efforts de l'Infanterie et de l'Artillerie dans le comba\

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 302