953
mogelijk door snel vooruit te gaan buiten de spreidingssfeer te komen
en zich wederom neer te leggen. De vijand denkt dan misschien dat
zij in een terreinplooi ligt verborgen en wordt de uitwerking van het
vuur veel verminderd. In het ergste geval moet de infanterie tusschen twee
„rafales" met kleine sprongen trachten vooruit te komen. Punten waar
op de vijand zich heeft ingeschoten moeten, indien ze niet te ontwijken
zijn, met kleine afdeelingen groepsgewijze worden overgegaan.
Aan den anderen kant moet ook de infanterie het inslaan van de
projectielen der eigen artillerie bij den vijand, benutten om snel voor
waarts te gaan Alleen reeds de voor de vijandelijke artilleriestelling
hangende rook verhindert haar de uitwerking harer schoten na te gaan
zij kan dus gedurende dien tijd weinig uitwerking verkrijgen.
Mislukt de aanval dan kan alleen de artillerie nog het afbreken van
het infanteriegevecht mogelijk maken door den tegenstander door een
levendig vuur in het werkzame gebruik van zijn wapen te hinderen.
Dit is echter slechts mogelijk wanneer zij door de vijandelijke artillerie
niet zelf geheel wordt in bedwang gehouden. Heeft zjj het overwicht,
dan kan zij de vijandelijke artillerie door een levendig strooivuur van
eenige batterijen geheel in bedwang houden. Bezit daarentegen de vijan
delijke artillerie het overwicht, zoo moet men zich bepalen tot bet af
geven van een kort snelvuur om de infanterie lucht te verschaffen.
Bij eene gedekte opstelling der artillerie moet in het oog worden ge
houden dat de voor de stelling in den dooden hoek gelegen ruimte tie-
hoort te worden bestreken door vooruitgeschoven infanterie of door
kruisvuur van nevenbatterijen of wel dat men eenige batterijen voordat
doel tot het innemen van eene flankeerende stelling aanwijst. Het
schieten over de eigen infanterie heen is dikwijls noodzakelijk eu is
daartegen geen bedenking, wanneer in het vlakke terrein de troepen
zich minstens 500 M. voor de batterijen bevinden en de artillerie bet
vuur tijdig staaft wanneer de eigen infanterie het doel nadert1).
Evenzoo moet de infanterie wanneer zij gesteund wordt door artillerie
de bescherming op zich nemen van den niet aangeleunden vleugel der art.
In zijn slotwoord stelt de schrijver in het licht welke groote voordeelen
de detacheering van officieren bij andere wapens juist vor dit doel
heeft. Hij wenscht verder een geregeld bezoek aan de artillerie-schiet
kampen, en beveelt aan dat de officieren de schietoefeningen in de nabij
heid der doelen bijwonen. Slechts de, op wederkeerig begrijpen ge
baseerde, samenwerking zal in den oorlog werkelijk goede uitkomsten
opleveren.
(Artilleristische Monatshefle Ar 10.)
Een Aanschrijving: aan het Japansche Legfer.
In de 6e aflevering van den jaargang 1908 der „Blatter fiir Kriegs-
1) De schrijver meent, dat het vuur moet worden gestaakt, wanneer do infanterie het
beschoten doel tot op 500 M. genaderd is; het Duitsche reglement stelt 300 M. vast.
Naar mijne meening heeft het geen zia om vaste getallen aan te geven. Schiet de ar
tillerie op een doel, dan zal de eigen infanterie zoover naderen, als zij zonder gevaar
te loopen voor het eigen vuur kan. Is de artillerie b v. 300 M. te kort ingeschoten,
wat zeer goed kan voorkomen, dan zal de inlanterie tro's alle voorschriften 300 M. ver
der achteruit hare Yoorwaartschc beweging staken.