- 1083 »2o. Het hongergevoel bleef bij de suikereters langer uit en op marschen »werd door lien de honger minder spoedig gevoeld dan door de anderen. »3o. Zij hadden minder te lijden van dorst, welke op marsch bovendien »spoedig door een paar klontjes suiker te stillen was. »4o. Na liet gebruik van suiker bleken de soldaten ook frissoher en beter »bestand tegen de verdere vermoeienissen. »5o. Van afkeer tegen suiker werd gedurende de geheele proefneming »niets bemerkt. »6o. Zéér merkwaardig is verder nog, dat door het tijdig gebruik van »suiker dreigende uitputting of zonnesteek voorkomen werd. Yooral met bet oog op expedities en groote manoeuvres, vestigt schrijver de aandacht op deze proeven, aangezien het bekend is, dat de blikken en flesschen, die onze intendance den troep op expeditie meegeeft, terecht of ten onrechte in een kwaden reuk bij don troep staan. Behalve toch dat volgens „Jan Fuselier" hij het er van in den buik krijgt, is het medenemen ervan, vooral op patrouiiles, moeilijk uitvoerbaar, om dat de blikken te volumineus zijn en het meevoeren ervan een tros dwangarbeiders eischt. Bij vele patrouilles is het dan ook eene gewoonte geworden om slechts wat peper en zout méde te nemen, waarmede dan alles smakelijk moet gemaakt worden. Verder vertelt schrijver dat hij in België kennis maakte met tabletten, geschikt en bestemd om van nummers voorziene reepen af te breken. Deze reepen bevatten hetzij hydraulisch geperst, hetzij in chemisch ge- comprimeerden of in kristallijnen vorm, verschillende voedingstoffen, waarvan de soldaat in een ommezien door koken of oplossen een voedzaam maal kan klaarmaken. Die tabletten zijn en blijven echter noodrations en zouden daar op manoeuvre zéér goed voldaan hebben. Het Strafdetachement en een Hoofdofficier méér bij de Infanterie. Ben inzender in de Java bode betoogt op goede gronden, dat voor het strafdetachement te Ngawi, waarbij het aantal ingelijfden gedurende de laatste jaren steeds beneden de 50 is gebleven, veel te veel geld op de begrooting komt. Hij bepleit het behoud van het strafdetachement, doch in een anderen vorm dan zooals het thans bestaat. Hij zou te Magelang willen oprichten eene subsistenten- en eene straf compagnie, elk onder 'een luitenant en als korpscommandant daarboven de plaatselijk commandant. Te Magelang komen jaarlijks meer dan 4000 man in subsistentie, zoodat het op den duur niet aaugaat, de subsistenten- compagnie in een veldbataljon op te nemen, daar de bataljons-comman dant, wil hij officieren en troep behoorlijk oefenen, wel wat anders te doen heeft dan de administratie dier gepasporteerden. Bij de strafcompagnie stelt hij voor eenig vast kader in te deelen, dat bij toerbeurt op wacht trekt met eenige manschappen uit het garnizoen. Op die wijze hebben we weer een compagnie uitgewonnen, die niet, zooals tot nu toe, voornamelijk wachtdienst doet maar dan weer het 5e bataljon compleet kan maken. Verder kan dan liet hulppersoneel als schoen-, kleer- en geweermakers, administratief-, schrijvers-, geneeskundig en hospitaal- personeel, thans hij het strafdetachement aanwezig, uit de formatie vervallen. De schrijver vestigt er de aandacht op, dat hij die subsistenten- en strafcompagnie niet onder een plaatselijk militairen, maar onder een „plaatselijk commandant" wenscht, omdat bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 439