1085 als zou de krijgstucht in het Indische leger onder den Invloed van do nieuwe richting minder goed zijn, moeten logenstraffen en integendeel moeten erken nen dat wij op den goeden weg zijn. Het Nieuws van den Dag bestreed dit artikel en baalde eenige excessen aan, die bij het vertrek van het 20e bataljon naar Padang, in Bali en na terugkeer uit Bali zouden zijn voorgekomen, waarop Mavors van leer trekt en eeuige beschouwingen levert, waaruit wij hier gaarne een en ander overnemen. Sprekende over hetgeen tegenwoordig van den soldaat gevergd wordt, zegt hij: Werkelijk, men moet daar niet licht over denken. Hoe dikwijls gebeurt het tegenwoordig niet's Middags een telegram morgen middag op de boot naar Al heeft de soldaat weinig, hij heeft iets, heeft öök zaken te regelen, laat ook betrekkingen achter en waar? In eene indische kazerne! En toch, ondanks de onvoldoende soldij, ondanks het rasverschil, dat vaderlandsliefde bij de meesten uitsluit, ondanks de langdurige guerilla's, die het gemoed verharden en de zeden verruwen, ondanks dat alles, hoort men hier nooit van mankeeren of deserteeren bij het vertrek van troepen te velde, hoort men nooit van bedenkelijke dienstweigering, kortom van eenig exces van beteekenis, niettegenstaande talrijke journalisten op den loer liggen om elk geval met bazuingeschal den volke te verkondigen. Zedelijke vorming, zelfstandigheid, initiatief, plichtsgevoel, trouw, eer, vaderlandsliefde, moed, beleid, geestdrift, zelfopoffering, zelfverloochening, koelbloedigheid, zelfvertrouwen, bestandheid tegen vermoeienis en ontbering, spierkracht, lichaamsoefening, vak-opleiding, moordende wachtdiensten en menschlievendheid, allemaal voor 21 a 34 cent per dag! Hoor eens, het is bij mij en bij velen met mij een open vraag, of zulke krachtsinspanningen bij het Duitsche leger dat ons dan ten voorbeeld wordt gesteld mogelijk zou zijn, en of daar, in onze omstandigheden, onder den invloed van het sterk toegenomen socialistische element, mankeeren, deserteeren en dienstweigering niet herhaaldelijk zouden voorkomen. En wanneer wij ook eens bij andere legers te buur gaan, bij het Japansche, het Fransche, het Italiaansche en, vooral niet te vergeten het Hollandsche (n'en déplaise Thomson c.s.) dan kunnen wij ons niet alleen in de voorste rij plaatsen, maar mogen wij met rechtmatigen trots naar voren treden en zeggen Hier zijn wij!" Mavors erkent, dat de toestand nog lang niet volmaakt is en dat ook wel niet zal worden zoolang wij te doen hebben met menschen met menschelijke gebreken, daarbij doelende op het jenevergebruik, dien zg. volkskanker, die den Hollander in het bloed zit. En vervolgt hij zoolang wij nog europeesche fuseliers uit het jenever- drinkende hollandsche element moeten recruteeren, zoolang zal het geval zich blijven voordoen, dat eenige sujetten daarvan onder den invloed zullen zijn. Dat krijgt men er niet uit, noch met stramheid, noch met krijgstucht- exerceeren en dat kan nooit als een argument tegen de nieuwe richting wor den aangevoerd Neen, juist door de opvoedende kracht van haar uitgaande, is die kwaal aanmerkelijk verminderd en waar men vroeger vóór den aanval twee of drie extra-oorlammen verstrekte en den soldaat als 't ware dronken tegen de stelling of benteng opjoeg, daar wordt dit kwaad tegenwoordig met alle beschikbare middelen bestreden en vermindert het aantal daardoor ontstane excessen met den dag. De niet-militaire lezer haalt waarschijnlijk de schouders op en verwijst mij naar de politienieuwtjes, waarin bijna dagelijks een dronken militair wordt gesignaleerd en die den volke jaren lang dagelijks overtuigen van den dorst naar alcohol van het leger (ik bedoel 20 pCt. van dat leger. n.l. de Euro peanen). Ik kan dit onmiddellijk weerleggen, door dien lezer te vragen, I. M. T. 1908. 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 441