1087 bij de Duitschers geestdrift, bij ons Franschen echter een gevoel van weemoed wekte. Toen hij bij den groet met de sabel voor de dames en de oude generaals met het hoofd boog, hebben wij daarm gezien het zinnebeeld van een vaderland en de hooge hulde, die aan de kiijgs- tueht, de Jeeende kracht der legerszooals ons Fransch reglement zegt, cebracht werd. Het zijn geen soldaten meer, die manoeuvreeren, gee° manschappen meer, die blindelings gehoorzamen - neen het is geheel een land dat hier voorbijtrekteen schouwspel, dat aan het wonder baarlijke grenst! Laat men Romaansch of Germaansch bloed in de aderen hebben, het doet er niet toe, men moet het luide bekennen, al ware het enkel uit eerbied voor de schoonheid der dingen". Een ander Fransch officier zegt in de Eclair: „Over het schouwspel, dat ik daar pas gezien heb, ligt een atmosfeer van tuchtmethode orqoniseerenden geest, gepaard gaande met een liefde voor ah es wat het leger betreft, dat op godsdienstige vereering lijkt. De volmaakte har monie der houding, de gelijkmatigheid der zwenkingen, de rhytme in alle bewegingen laten bij mij den indruk achter van een soort van groot- sche militaire symphonie, welke de Keizer leidde Met een beklemd hart bedenk ik, dat onze officieren en soldaten nog grootere kunstenaars zijn dan deze Duitsche ledepoppen; kunstenaars met wie een nog veel schiioner concert te geven ware. Maar hoe zou zulk een concert uit te voeren zijn met medewerking van de erbarmelijke kluchtspelers van de slechtklinkende kapel, waarin onder den slappen en machteloozen maat stok van den fanfaremeester Fallières een Picquart piano speelt een Chéron op de ketelbom slaat en Clemenceau op den Engelschen hoorn blaast. Ach, wat een les heeft keizer Wilhelm ons op het manoeuvre- veld van Frescaty gegeven. Dit staatshoofd, tegelijkertijd legerhoofd, deze Souverein, die men voelt het duidelijk door zijne troepen aan gebeden wordt en die zelf dol op hen is, deze Keizer, hoog te paard gesteveld, gehelmd en gespoord - wat een figuur om hart te geven Daar hebbeii wij waarachtig, niet in de gedaante van een afgetrokken droombeeld, maar ia vleesch en bloed het levende bewijs van bet „ge wapende volk"Ik verwijder mij schielijk van het manoeuvreveld, waar het mij beschoren is geweest, mijns ondanks, onder den machti- aen indruk van de Duitsche kracht te geraken. Ik kan het niet verge ten, dat deze les mij gegeven moest worden op Lothanngschen grond enkele passen van de grens, waar ik zoo lang, met de sabel m de vuist, op wacht heb gestaan". Wijziging van Art. 4 No. 13 van het Algemeen Politie- Strafreglement (Stbl. 1872 No. HO en III). Voortaan wordt dit gelezen. Met geldboete van 16 25 gl. wordt gestraft: ;>Die buiten de militaire cantine's aan militairen belioorende tot de land macht, beneden den rang van Ond. Off. of aan hunne vrouwen, kind<eien of bedienden sterken drank verstrekt voor geld of om niet, indien het teit niet strafbaar is volgens de voorwaarden van de pacht betreffende den ver koop van sterke dranken".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 443