1227
Nu lezen we in 3e van de order o.a.: „en zal hij (de com
pagnies- of detachementscommandant) dus hebben te waken tegen
een mogelijk streven van dezen (der ondergeschikten) om zich
ten koste van hun lichaam, met een minimum hoeveelheid voedsel
tevreden te stellen, dan wel voedingsartikelen van inferieure
kwaliteit of van onvoldoende voedingswaarde te gebruiken".
Blijkbaar wordt dus verondersteld een streven bij den soldaat
om zich, öf met een minimum voedsel tevreden te stellen, of
wel, zich van inferieure voedingsmiddelen te bedienen, met het
doel meer geld voor drank over te houden.
Al is het waar, dat er dergelijke personen zijn, toch gaat het
niet aan dit als algemeenen regel te stellen; zelfs geloof ik, dat
lieden met bovengenoemd streven tot de uitzonderingen behooren.
Mij dunkt, de oorzaak ligt elders. Gaan we slechts na onder
welke omstandigheden de menschen, die zich niet behoorlijk
voeden, verkeeren.
Yanzelf bepalen we ons dan bij de Europeanen, die op enkele
posten nog ter sterkte van twee groepen worden aangetroffen.
Deze groepen moeten natuurlijk op elk mogelijk en onmogelijk
uur worden uitgezonden en ook het uur van terugkomst is in
den regel zóó, dat het eveneens aanspraak maakt op den naam
van onmogelijk. Immers, veelal gaat een patrouille tegen het
aanbreken van den dag uit, vaak zelfs reeds eenige uren vóór
dit tijdstip, terwijl ze in den regel eerst terugkeert als de zon
reeds ter kimme is. 't Is wel waar, dat daar niets aan te ver
anderen is, omdat de actie dit nu eenmaal vordert, maar een feit
is het ook, dat er zoodoende niet veel terecht komt van het
voor zich zelf koken.
Wel zal men beweren, dat de man reeds 's avonds van te
voren het potje koken kan, dat hij den volgenden morgen wil
gebruiken en dat hij onderweg wel gelegenheid heeft iets te
bereiden wat als middagmaal kan dienen, terwijl hetgeen hij
des avonds wil eten, dan maar moet gekookt worden als hij
thuiskomt, eene redeneering, die mijns inziens ook C. O. No. 43/ö
aan de hand doet, daarbij den C. C. en vanzelf alle officieren de
verplichting opleggende, toe te zien, dat een en ander ook wer
kelijk geschiedt.
Hier komen echter de bezwaren. Dat er, wanneer 's morgens