VAN EIGEN BODEM.
1284
De Tractementsfegeling' der Subalterne Officieren.
De ingediende Indische Begrooting bevat niets omtrent de vurig ver
beide tractementsverbetering. 't Is dus niet bjjzonder urgent.
Ziehier hoe in Duitschland de zaak wordt aangepakt.
Sedert Februari van dit jaar is in hoofdtrekken gereed een ontwerp
tot herziening der inkomsten van de subalterne officieren. Volgens dit
voorstel, dat zoodra mogelijk bij den Rijksdag zal worden voorgebracht,
zullen aan de subalterne officieren, onder vermeerdering van het aan-
vangstraktement, in de toekomst periodieke traktementsverhoogingen
worden toegekend. De 2e luitenant (Leutnant) zal beginnen met 1500
Mark, na 4 jaar officiersdienst 300 Mark verhooging en na nogmaals 4
jaar officiersdienst nogmaals 300 Mark verhooging ontvangen. Na 8 jaar
bedraagt dus het inkomen der luitenants 2100 Mark, het maximum in
den luitenantsrang, onverschillig of zij 2e luitenant dan wel le luitenant
(Oberleutnant) zijn. Tot nu toe was het aanvangstraktement voor den
2en luitenant 1290 Mark, het maximum traktement van den len luite
nant 1890 Mark.
De beide traktementsklassen der kapiteins vervallen eveneens. Het
minimum-inkomen van den kapitein zal bedragen 4000 Mark (tot nu toe
3400 Mark) met twee periodieke vierjaarlijksche opklimmingen van 600
Mark, zoodat na 8 jaar het maximum-kapiteinsinkomen, 5200 Mark (tot
nu toe 4600 Mark) wordt bereikt.
Voor onderofficieren en manschappen zal eene geringe verbooging der
soldijen en gratisverstrekking van poets- en onderhoudsmiddelen voor de
wapening, eene vermeerdering van uitgaven van 3 millioen Mark met
zich brengen.
De bedoeling is de nieuwe wet op de officiersbezoldigingen terugwer
kende kracht te verleenen tot 1 April 1908, do minderen zullen hunne
verhoogde soldij echter eerst ontvangen met den aanvang van het nieuwe
begrootingsjaar.
Aldus de AT. M. BI. van 4 Oct. '08, No 14, waaraan we dit ontleenen.
Zooals de lezers zien, is het ontwerp breed opgezet en omvat het de
geheele tractementsregeling, wat oneindig beter is, dan de hier in Indië
veelal gebezigde werkwijze, die nu eens dit onderdeel dan weer dat
regelt, waardoor het onderling verband dra verloren gaat.
fQ 4e stellige verwachting, dat het volgende jaar gunstiger vooruit
zichten mag brengen, pleiten we hier ten gunste van eene algeheele her
ziening der linantieele positie van den officier en hopen, dat die niet
beperkt zal blijven tot die van den luitenant.
Graaf werktuigen voor de Infanterie.
Bij het 20ste Bataljon Inf. worden op het oogenblik proeven genomen
met eene verscheidenheid van graafwerktuigen van de meest uiteenloopende
vormen. Het doel is na te gaan hunne bruikbaarheid voor aanvallende
infanterie om zich in een korten tijd gezichtsdekking te verschaffen.
Dit houdt natuurlijk verband met de zinsnede van het Pioniervoorschrift: