LEGERVRAAGSTUKKEN
IN DE PERS.
Het Voetbalspel in het Leger»
Aan dit onderwerp wordt in de Locomotief van 26 November een zeer
lezenswaardig hoofdartikel gewijd door Velocitas (de naam van de Breda-
sche cadetten-voetbalclub!), die zich daarvan een fanatiek voorstander toont.
lii] geelt een overzicht hoe dit spel er langzamerhand .ingewerkt"
werd, aanvangende met de voetbal-circulaire van 1 Mei 1907 van den
chef van het Wapen der Infanterie; waarop volgde het Gouvernements
besluit zran 6 Juli 1907 waarbij f 5680 werd toegestaan vooreen proef
met voetbal in dienst; daarna de Leidraad Opleiding en Oefening der
Inrantene van 1907, waarin de inhoud van de sportcirculaire werd vast
gelegd en fen slotte het Gouvernementsbesluit van 8 Maart 1908, rege
lende de proef met vrij vervoer voor militaire voetballers langs de
lijnen der Staatsspoor.
Hij verdedigt het samenspelen van officieren en minderen waarme
de lang niet iedereen het eens is op warme wijze, en vervolgt:
Lit alles blijkt, dat het het Legerbestuur ernst is geweest met de
invoering en aammoediging van dezen hoogst nuttigen tak* van sport,
lot op heden zijn de resultaten van beide proeven (fondsen voor voet
bal in dienst en vrij vervoer voor voetballende militairen) reeds zeer
groot geweest. Het spel werd er in de diensturen „ingewerkt." met het
gevolg dat zich talrijke vrijwillige vereenigingen vormden. Het kweekt
ausdauer, lichaamskracht, voortvarendheid, begrip van samenwerking,
enz.; een compagnie die goed voetbalt, zal eenige honderden meters in den
stormpas kunnen afleggen, zonder buiten adem te geraken en dus nog bshoor-
rH gericht vuur kunnen afgeven; de ei kele voorkomende beenwonden,
kniegebreken, enz. kunnen onmogelijk tegen deze voordeelen opwegen.
Bijna elke garnizoensplaats op Java zoowel als op de Buitenbez ttin-
gen heeft tegenwoordig zijne militaire voetbalvereeniging, die in plaat
selijke Londen meestal lang geen slecht figuur slaat; het spel is daardoor
in geheel Indië geïmporteerd en zoo hooron wij dat Atjehers, Djambiërs,
Bonieren, enz. vreedzaam met soldaten samenspelen. Herhaaldelijk lezen
wij in de Java- zoowel als in de Sumatrabladen van hoogst geanimeerde
wedstrijden tusschen verschillende garnizoenen, tusschen militaire- en
buigervereenigingen, enz. Zulke wedstrijden bevorderen de kameraad
schap, geven een aangename afwisseling in het eentonige garnizoensleven
en weerhouden menig militair van overmatig alcohol-gebruik, terwijl het
een prikkel vormt om het aantal straffen tot een minimum te beperken.
Maar het grootste voordeel schuilt o. i. in het feit, dat de omgang tus-