BOEKENTAFEL.
In de October-aflevering van de Indische Gids doet E. van Assen
die in de September-aflevering reeds eene bijdrage leverde tot oplossing van
het Atjeh-vraagstuk (zie onze Boekentafel in No. 10)een nieuw voorstel,
dat met den Atjehoorlog samenhangt. Hij wijst thans op de z.i. gebrek
kige toestanden
le. dat de Atjeher, die voor de vrijheid van zijn land strijdt, door
ons, na gevangenneming, op den voet van misdadiger wordt behandeld
2e. dat hij, evenals de misdadiger, verplicht is den ijzeren halsring
te dragen.
Hiertegen beveelt de heer van Assen een wel eenigszins kostbaar genees
middel aan. Hij wil de Atjehsche krijgsgevangenen doen overvoeren naar
de Molukken, Borneo, Celebes, Timor of de kleine Soenda-eilandeu en
hun daar een maandelijksche toelage geven van 10.voor ongehuwden,
f 10.tot f 25.voor gehuwden met gezinnen!
Het komt ons voor, dat zijn philantropisehe neigingen den schrijver
wel wat ver hebben gevoerd. Eerstens is 't zeer de vraag of't practisch
mogelijk en wensehelijk zou zijn, in dien geest te handelen. Maar ook,
de heer van Ass;n wil aan krijgsgevangenen (lees kwaadwilligen, wat
toch de officieele term is) eene toelage doen uitbetalen, heel wat grooter
dan menig hard ploeterend desa-man, die een vreedzaam en kalm bestaan
leidt, op tijd zijn padjeg betaalt, op tijd zijn heerendiensten verricht, ooit
met al zijn werken bij elkaar krijgt. Een premie op kwaadwilligheid!
Als nader voordeel van zijn systeem wijst schrijver er op, dat
„wellicht de financieele gevolgen voor onze rechtsprekende autoriteiten
„eene aanleiding (zouden zijn), om ten deze met zekere gematigdheid te
„werk te gaan en niet iederen Atjeher voor betrekkelijk geringe over
tredingen uit het Land te verwijderen, omdat hij lastig is".
Eene uitlating van den S.: „Een goed vaderlander wordt bij ons ge-
„eerd en op groote waarde geschat," laten we in haar algemeenheid en
met 't oog op de houding van een deel der Nederlandsche en Indische
pers, voor zijn rekening, doch zetten daarnaast een groot vraagteeken.
Onderzoek de waarheid eens bij een les in de Vaderlandsche Geschiede
nis op een Lagere School waar ook?
In dezelfde aflevering een overzicht van het „Rapport der Staats-Com-
missie betreffende de Indische Zeemacht", over welk Rapport in de
Maandelijksche revue van brochures en van Tijdschrift- en Dagbladarti-
kelen nog nader wordt gesproken. In die laatste rubriek wordt verder
o.m. aangehaald, wat eenige Dagbladen zeiden over het „Verslag over
het Militair beleid in Atjeh".