730 Boerja tot Charborowsk, als ook de overbrugging van de Amoer bij laatst genoemde plaats nog een punt van nader onderzoek behoort uitte maken. Het vastgestelde tracé van bet Westelijk gedeelte verandert slechts in zooverre, dat de baan eerst bij de Koeanga-brug en niet reeds bij Nert- schinsk van de Transbaikallijn zal afbuigen. Uit economische en mili taire overwegingen zal bij den aanleg van de baan en alle kunstwer ken zoomogelijk alleen gebruik worden gemaakt van Russische werk krachten en wel van werklieden van den leeftijd, dat zij reserveplichtig zijn. Men hoopt daardoor gevechtswaardige kolonisten langs de spoorbaan te verkrijgen. Bij eenstemmig besluit werd bepaald, dat de spoorweg op zijn laatst in 1912 gereed moet zijn. M. W. No. 48. Rusland. Uitrusting met Veldtelefoonmateriaal. De uitrusting met dit materiaal is begin 1908 geregeld als volgt De staf van een legerkorps of infanteriedivisie bekomt 15 werst kabel, een centraalstationapparaat voor zes geleidingen e:> 5 draagbare veld-telefoon- stations. De kosten van aanschaffing bedragen voor één uitrusting 1220.90 roebel, het jaarlijksch onderhoud 95.34 roebel Een infanterie en scherp schutterregiment zoomede een zelfstandig scherpschutterbataljon heeft hetzelfde aantal stationsapparaten doch slechts met 8 werst kabel, en bedragen de kosten hiervan respectievelijk 904.50 en 66.99 roebel. M. W. No. 4*. Veveenigde Staten. Invoering van het Springfield-Geweer. Het Departement van Artillerie-inrichtingen heeft reeds in een reeks van fctaten, alsook op den Hawaai-Arckipel de Nationale Gardes met het nieuwe Springfield-geweer M 1903, kaliber 0.30 inch voorzien en de adjudanten-generaal in do overige Staten hebben order gekregen op te geven hoeveel geweren nog noodig zijn. Het Departement is bereid een voor de tegenwoordige sterkte der Gardes benoodigd aantal af te leveren benevens 10 pCt. voor nieuw bijkomendin en wordt hierbij gerekend op een normale sterkte van 150 man per compagnie infanterie, 100 man per escadron cavalerie, 109 man per compagnie kustartillerie, 164 man per compagnie genie en 100 man per signaalkorpsaft deeling. Een voorwaarde tot verkrijging der nieuwe bewapening is de aanwezigheid van goed verzekerde bewaarplaatsen. Tegelijk wor den bajonetten, patroongordels en alle overige uitrustingstukken ge leverd. Om de noodige munitie te verkrijgen moeten de Gouverneurs der verschillende Staten opgeven over welke hoeveelheden oud model munitie zij nog beschikken, waarop het Departement van Artillerie-in richtingen deze door nieuwe vervangt. De voorhanden oude munitie wordt b j de arsenalen ingeleverd. Op deze wijze is het mogelijk, dat de Nationale Garde9 steeds over wapens en munitie beschikken en dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 80