733 Engeland. Vrijheid bij het Oefenen der Infanterie-Compagnie. De „Army and Navy Gazette" bericht in No. 2504 omtrent een zeker zeer doelmatige verandering bij de africhting der Engelsche Infanterie. Elk commandant eener dubbelcompagnie, behoorende tot het Aldershot commando, moet in den loop van het jaar met zijn afdeeling naar eigen oordeel op vijfdaagsche oefening naar buiten (1). Ter bestrijding der onvermijdelijke onkosten heeft hij te beschikken over een bedrag van 50 pond sterling. De keuze van het oefeningsterrein, dat minstens 16 Engelsche mijl (25 K. M.) van het garnizoen moet verwijderd zijn, is aan den commandant overgelaten. Wat betreft het afstaan van particuliere gronden voor oefenterrein moet hij zich trachten te verstaan met de be trekkelijke grondbezitters, teneinde toestemming te verkrijgen tot het vrije gebruik daarvan. In ieder geval mag voor dat doeleinde slechts een gering bedrag worden uitgetrokken. Evenzoo is den compagnies commandanten de verplichting opgelegd te zorgen voor een goed onder komen, verpleging, watervoorziening enz. Hij moet een schema ontwerpen voor de te houden oefening en moet er zich op toeleggen deze zoo leerzaam en belangwekkend mogelijk te doen zijn. Voor elke 100 man wordt hem vanwege den trein de beschikking gegeven over een aange spannen voertuig, terwijl de commandant bovendien nog voor het transport van b. v. mede te voeren drinkwater en verplegingsartikelen zelf heeft te zorgen. Eventueel aangebrachte schade moet vergoed worden. Als tijd stip voor het houden dezer oefeningen zijn de maanden Maart en April aangegeven, gedurende welken tijd het betrekken van een bivak zonder schadelijke gevolgen voor de gezondheid der manschappen mogelijk is. Stref fleur's Mil. Zeitschrift no. 4. Dat lijkt veel op onze meerdaagsche oefeningen, alleen zijn de geld middelen wat ruimer, en is de beschikbare tijd wat minder. Engeland. W ielrijders-Bataljons. De Engelsche Generale Staf, die er groote waarde aan hecht wielrij- derafdeelingen voor het Territoriale leger op te richten, is van oordeel, dat het meer voordeel met zich brengt deze afdeelingen als zelfstandige wielrijderbataljons te formeeren en te oefenen. Tot nu toe vormden zij, in compagnieën of sectiën vereenigd, onderafdeelingen der Infanterieba- taljons. Thans worden de wielrijders der bataljons samengetrokken en worden daaruit 10 zelfstandige bataljons gevormd, elk bestaande uit den staf, 8 compagnieën en een machinegeweerafdeeling. Elk bataljon heeft een sterkte van 22 officieren en 532 man (hieronder begrepen 1 dokter (1) Vermoedelyk geformeerd uit 2 compagnieën op v redesformatie. De voorgeschreven formatie eener vredescompagnie bedraagt 2 of 3 officieren en 89 man.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 83