LEGERVRAAGSTUKKEN IN DE PERS. Artillerie en Maréchaussée. In het Vaderland" treffen wij een artikel aan van deskundige hand, getiteld „Onze Indische bergartillerie", waarin voor onze artillerie in het algemeen en voor de berg- in het bijzonder eenige harde waarheden worden verkondigd. De schrijver blijkbaar een infanterist gaat na, welk gebruik erin den laatsten tijd van de Indische artillerie is gemaakt: „Na het den 19en Juli 1903 door de Padang-colonne geleden échec voor de doessoen Poelau Tengah in Korintji, besloot de expeditie-com mandant „den aanval niet te herhalen, alvorens de noodiae artillerie ter versterking uit Padang was aangekomen. Een batterij artillerie maakte deel uit van de expeditionnaire troepenmacht naar Zuid-Celebes 1905/06; evenzoo naar Zuid-Bali in 1906. Ten slotte ageert thans artil lerie in Kloengkoeng (Bali), volgens een regeeringstelegram één sectie." De, oppervlakkig beschouwd, niet onaanzienlijke dienstverrichting te velde evenwel aan eene nadere beschouwing onderwerpende, gaat schrijver voort, sprekende over het gevecht bij Poelau Tengah op 9 Augustus 1903: „De artillerie verschoot dien dag haar geheelen munitie-voorraad op korte en zeer korte afstanden, zelfs naderde zij tot 25 M. van de vijan delijke stelling, „'s Vijands vuur verminderde echter geenszins „Na een hevig gevecht, waarbij eerst de buitenpagger omgetrokken, daarna in de gracht neergedaald en de van een pagger voorziene borst wering beklommen moest worden en dat alles onder een goed onder houden vuur van den vijand en een hagelbui van kalisteenen, drongen de troepen doessoen Baroe binnenAlzoo was de moreele en materieele uitwerking der artillerie van weinig of geen beteekenis geweest. Sedert kwam het berggeschut (de 7 c. M. K. A.) niet meer te velde, de groote waarschijnlijkheid voor zekerheid aannemende, dat thans in Kloengkoeng een sectie licht snelvuurgeschut aan de infanterie is toege voegd. Want voor de expeditiën naar Zuid-Celebes en in Zuid-Bali heeft men wijselijk de voorkeur gegeven aan het lichte marine-snelvuurgeschut van 3.7 c. M. Grootere beweeglijkheid en grootere vuuruitwerking tegen levende doelen waren de voordeelen van dien maatregel en wat de be vestigde punten betreft, als men het nog niet wist, had de „affaire" van 9 Augustus 1903 duidelijk aangetoond hoe weinig daartegen ook met het hergstuk was uit te richten." Onze beweeglijke infanterie vervolgt de schrijver verdraagt zich geheel niet meer met het in het Indisch terrein slechts langzaam vooruit

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 89