717 melsnaam niet verwachten in 3 jaren van een eenigszins goed onderleg den Javaan een officier te tnaken, die voldoet aan de tegenwoordige eischen. In Xederland wordt, niettegenstaande de goede scholen nog een cadetten- op'feiding te Alkmaar opengesteld, als voorbereiding voor Breda. Daar helpt de staat dus 5 jaar. Welnu, wil men goede Inlandsche officieren krijgen, help de intelligente jongelui ook minstens 5, maar liever 8 jaren. Laat, hen als cadet hier de PI. B. S. bezoeken tegen vrij internaat te Mr. Cornelis tot zij het examen kunnen doen voor Bieda en maak hen daar officier. Maar bereid hen zorgvuldig voor en we twijfelen ni6t, of het instituut zal slagen. Wrij geven de voorkeur aan Breda, boven Alamaar omdat we voor alles wenschen dat de Javaan-Javaan blijve, en geen wouid-be Europeaan worde. Men rekke daarom den tijd in Europa niet onnoodig, doch late die voldoende voor een goede eindopleiding en voor de kennismaking met land en volk. Nieuwe Indeeling van Atjèh. Bij wijze van tijdelijken maatregel, met buitenwerkingstelling van alle daarmede strijdige voorschriften, is vastgesteld de volgende indeeling van het gouvernement Atjèh en Onderhoorigheden in vijf afdeelingen I. de afdeeling Groot Atjèh, onder een assistent resident met stand plaats Koeta Radja en onderverdeeld in vijf onderafdeelingen Koeta Radjaomvattende de hoofdplaats Koeta Radja en de voorwer ken daarvanonder een controleur bij het Binnenlandsch Bestuur met standplaats Koeta Radja, welke ambtenaar tevens aan den assistent-resi dent der afdeeling wordt toegevoegd in het belang van andere door dezen aan te wijzen werkzaamheden; Oelèë Lheuë en de XXVI Moekims onder een controleur bij het Binnen- landsch-Bestuur, met standplaats Oelèë; XXV Moekims en de Zuidelijke nederzettingen, onder een controleur bij het Binnenlaudsch Bestuur, met standplaats Lho1 Xga; XXII Moekims, onder een officier der landmacht met den titel van civiel gezaghebber, met standplaats Seulimeum; zullende voorloopig, tot een door den gouverneur van Atjèh en On derhoorigheden te bepalen tijdstip, het gebied der VII Moekims Pidiê afzonderlijk beheerd blijven door een officier der landmacht, met den titel van civiel gezaghebber, met standplaats Padang Tidji; Wè, onder een civielen gezaghebber, met standplaats Sabang. II. de afdeeling Xoordkust van Atjèh, onder een assistent-resi dent, of hoofdofficier van het leger, met standplaats Lho* Seumawé, en onderverdeeld in vijf onderafdeelingen Pidië, onder een officier der landmacht met den titel van civiel ge zaghebber, met standplaats Sigli; Bireuën, onder een officier der landmacht met den titel van civiel gezaghebber, met standplaats Bireuën Lhos Seumawéonder den bestuurder der afdeeling, bijgestaan door een adspirant-controleur of door een civiel gezaghebber;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 97