95 geen notitie te nemen van dergelijke oppervlakkige militaire studiën, die zeker niet kunnen dienen om indruk te maken op ernstige menschen, die gewoon zijn wat minder oppervlakkig te beoordeelen. Een officier, werkelijk afkomstig van de Krijgsschool, schreefWie onzer „voelt eenige ambitie tegen een dergelijk pamflet de pen op te vatten. „Ware het inderdaad een eerlijk, zakelijk betoog geweest, dan zou het „natuurlijk een ander geval zijn geweest. Om U eerlijk de waarheid te „zeggen zou ik me voor de Krijgsschool schamen indien het waar is, dat „een leerling van die inrichting, zulk een nonsens-stukje de wereld had „ingezonden". Het, volgens het Bataviasche Nieuwsblad „zakelijk betoog, uit volle overtuiging geschreven" heeft op alle kameraden die wij er over spraken, den indruk gemaakt van een stukje, zoo(volgen qualificaties, waarvan rgemeende zachtste was), dat indien de schrijver bekend en dus voor een Kaad van Onderzoek gedaagd zou worden, smadelijk ontslag uit het Leger daarvan zeker het gevolg zou zijn 1). Een zakelijke weerlegging van het voor een goed deel niet juiste stuk is ook al daarom niet mogelijk, omdat daartoe gebruik zou moeten wor den gemaakt van geheime stukken en natuurlijk is daartoe niemand be reid. Oud Krijgsscholier die het in hem gestelde vertrouwen schendt, of op andere -wijze achter geheimen weet te komen, is gelukkig een uitzondering. Nog eens: een eerlijk, zakelijk betoog, waarbij geen misbruik werd gemaakt van geheime archiefstukken, had op een zakelijke weerlegging kans gehad. Dit sensatiestuk niet. Quidam bespreekt in een nummer van het Nieuw van den Dag het artikel van Oud-Krijgsscholier en beroemt er zich daarna op dat hjj van elk stuk uit alle geheime archieven afschrift kan krijgen, daarbij een der Afdeeling-chefs aansprekende met uitgelezen termen als stakkerd en pauvre Sire. Goddank blijkt uit dat „beroemen" tevens dat de schrij ver der Militaria geen Officier kan zijn. Het omkoopen van personen, die met de geheime archieven over geheel Java en over de Buitenbezit tingen te maken hebben, gaat boven de krachten niet alleen maar vooral 1) Artikel 30 van de „Kegeling van de bevordering, het ontslag en het op non activiteit stellen van de Europeesche Officieren der in Nederlandsch-Indië aanwezige Land- macht" (Koninklijk Besluit 24 No.ember 1859 No. 69, Algemeene Order I860 No. 13) zegt „De Officieren van de Landmacht in Nederlandach-lndië kunnen alleen uit den dienst worden ontslagen: „le eervol enz. „2e enz. „3e wegens gedragingen of daden in het openbaar of wegens openbare geschriften, „waardoor de waardigheid van den Officiersrang, de eerbied voor den persoon des „Konings of voor d!e van zijnen wettigen vertegenwoordiger in Nederlandsch-Indië, „de grondwettige instellingen van het Rjjk, de Kegeeringsbeginselen van de Koloniën „en bezittingen van het Kijk in andere werelddeelen of de Krijgstucht bepaaldelijk „wordt aangerand." „4e enz." „5e enz." „6e wegrns overtreding drr Verordeningen tot handhaving van het eigendomsrecht „van den Staat op de Gouverneinents-archieven in de Koloniën en Bezittingen van „het Rijk in andere Werelddeelen. „7e, 8e, 9e, 10e, enz."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 113