98
Eigenaardige opnailingen omireni discipline.
het openbaar behandelen van intieme promotieaangelegenheden nog het
nadeel dat daardoor „wapenhaat" wordt gekweekt x).
En dit gevaar is niet denkbeeldig. Niet lang geleden zaten 2 officieren
beiden in burgerkleeding, in een trein. Onderweg bemerkte de eene
(infanterist) dat de andere ook een officier was en zeide zoo„Ik geloof,
dat we collega's zijn". „Pardon", hernam de andere „ik ben artillerist".
Dat zit er al jong in en zal, nu de artillerie niet meer te velde gebruikt
wordt, en het onderling leeren kennen en waardeeren is uitgesloten, er
lang in blijven. Men verwarre dit niet met korpsgeest en liefde voor
het vak. Die aan te wakkeren is goed. En wanneer een wapen bang
is verward te worden met een ander, omdat het uiterlijke der kleeding
zoo weinig verschilt, men geve toch toe aan die wenschen der ijdelheid.
Het kost niets en menig leeg gemoed zal dankbaar een beetje zich
voelen, als er iets moois en iets extra's op kraag of mouwen zit.
Een fuselier (Dieleman) werd met 2 maanden detentie gestraft wegens
insubordinatie door woorden.
Het Bat. Nieuwsblad vermeldt dit en een paar dagen later vinden
wij daarin een ingezonden stuk, dat wij curiositeitshalve in zijn geheel
hier overnemen, zonder commentaar, die onze lezers daarbij zelf wel
zullen willen leveren.
Weltevreden 11 December 1908.
Aan den Redacteur van 't Batavia's Niewsblad.
Geachte Redacteur.
Verzoeke onderstaande in u w veel gelezen blad te willen opnemen.
Daar ik in 't publiek en wel in een blad dat zoo ongeveer de heele
wereld door gaat onschuldig beschuldigt en geschandvlekt ben meen ik
het recht te hebben en ook is het mijn plicht mij in dat zelfde blad te
veronschuldigen en te verdedigen opdat niet de heele wereld mij voor
zoo'n ongediciplineert soldaat zoudt aanzien want dat ben ik niet.
Mijn stb. no. en Bat: klopt niet in 't Batavia1 s Niewsblad. De be
schuldiging van Insubordinatie in uw blad is valsch en heeft gediend
ter verontschuldiging van de serg. Hij heeft best kunnen begrijpen dat
ik zijn manier van inkoopen aan het licht zou brengen (dat zijn manier
van inkoopen niet deugde kan ik bewijzen) om mij vóór te zijn heeft hij
vlug Insubordinatie op een rapport geschreven om mij alzoo doende on-
geloofbaar te maken bij de officieren en er zelfs door te sloffen en dat
is ook zoo geschied in zoover ik weet. Wel is waar dat ik hem opzijn
manier van inkoopen heb gewezen, maar niet met zulke woorden als dat
in uw blad staan. Ook heeft hij niet één getuige die zijn verzinsel
helbt bevestigen. Hem op zijn manier van inkoopen wijzen was mijn
plicht mijn dienst want ik moest hem controleeren en ik moest reken
schap en verantwoording geven van het door hem ingekochte en betaalde.
In uw blad staat. Daar is niets tegen te zeggen die fus was inder
daad strafschuldig. Uit welke duimen hebt u dat gezogen kunt u dat
verantwoorden? Bedenkt gij niet dat in een krant onschuldig beschul
digt te worden vernietigende uitwerking heeft?
(1 Zie Java-bode van 29 en 30 December.