99 Binnenlandsch uerloi buitenlands doorgebracht. Het tijdstip waarop de serg mij voor Insubordinatie heeft beschuldigt is werkelijk geen gezocht oogenblik. Ook is het uiten van mijn opinie over zijn manier van inkoopen (dat is niet met ongepaste woorden ge schied) op het zelfde oogenblik waarop hij mij voor Insubordinatie beschul digt, geweest. Doch verder wil ik mij nog niet uiten het kan misschien later gebeuren Ondergeteekende verzoekt de Eedacteur van het Bata- via's Niewsblad aan deze publieke verdediging niets ie veranderen niets bij of af te doen. D e onschuldig beschuldigde. Dieleman Fes: Stb.: no. 56856. Ie Comp: 10e Bat.: Inf. Batavia. Wij lezen in de Java-bode bet volgende: Toevallig vernamen wij dat door een officier, wien drie maanden binnen- landsch verlof is verleend, een rekest is ingediend om, overeenkomstig hetgeen reeds herhaaldelijk aan burgerlijke landsdienaren is vergund, ook aan officieren toetestaan, zich gedurende een binnenlandsch verlof buiten Nederlandsch-Indië te begeven. Tevens vernamen we echter, dat er weini" kans bestaat, dat dit verzoek zal worden ingewilligd. Dit geeft ons aanleiding, een paar opmerkingen hierover ten beste te geven. Men vraagt zich nl. af, welke redenen er kunnen bestaan om aan iemand, die reeds in het rechi is gesteld op drie maanden binnenlandsch verlof, te weigeren zich gedurende dien tijd buiten Nederlandsch-Indië te begeven. Op die vraag is een afdoend antwoord gegeven in de consi derans van het gouvernements besluit, dat de zaak regelt voor burgerlijke ambtenarengeen enkele. Wij gelooven dan ook, dat de tegenzin, die er bestaat om de gunstige bepaling uittestrekken tot officieren, uitsluitend te wijten is a»n star conservatisme, gevoed door begripsverwarring ten gevolge van verkeerde woordenkeus. Men heeft destijds voor officieren en ambtenaren tweeërlei soort verlof in het leven geroepen: verlof, waarop men recht had, verlof Daar Europa, daarom buitenlandsch verlof genaamd, en verloven, waarop men geenerlei recht kan laten gelden, uit den aard der slechte communicatiën toenmaals binnenlandsche verloven genaamd. Daardoor is men aan buitenlandsch verlof voor goed de gedachte gaan verbinden van een verlof waarop recht bestaat en is men vermoedelijk ongeneigd, aan binnenlandsche verloven ook het recht te verbinden om zich buiten Nederlandsch-Indië te mogen begeven, omdat men vreest, dat de autoriteiten, die verlof verleenen, zich niet zullen kunnen losmaken van dat idee, van rechtop buitenlandsch verlof; daardoor aan hen, die hun bedoeling kenbaar maken zich buiten 's lands te zullen begeven, eerder verlof zullen schenken dan zij zouden doen, wanneer eenvoudig binnenlandsch verlof werd be vraagd; en dat zoodoende door het verleenen van de gunstige bepalin^ het aantal verlofgangers zal worden uitgebreid. De bepalingen op het verleenen van binnenlandsche verloven blijven echter daardoor o-eheel onveranderd en regeering of legerbestuur hebben het volkomen&in de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 117