106 dat hij daaruit meent te mogen afleiden, dat de hier aangevoerde bezwaren tegen de gelaste uniformverandering algemeen worden gedeeld dat de afschaffing der bestaande witte attila allerwege zeer betreurd wordt, en dat deze maatregel eene even groote als algemeene teleurstelling onder het officierskorps heeft verwekt; dat adressant niettemin vermeent zich nog te mogen vleien met de hoop, dat hij niet zal behoeven te worden doorgevoerd; dat toch in den loop van dit jaar Uwe Excellentie met betrekking tot de wederinvoering van de schouderkwasten en vangsnoeren getoond heeft gaarne rekening te willen houden met de wenschen van het overgroote deel van het officierskorps dat, wanneer Uwe Excellentie zich mocht willen vergewissen omtrent die wenschen met betrekking tot de afschaffing der witte attila, het Haar ongetwijfeld zoude blijken, dat niet alleen eene groote, maar zelfs eene overweldigende meerderheid zich voor het behoud van genoemd kleedingstuk zou verklaren Reden, waarom hij zich wendt tot Uwe Excellentie met het eerbiedig verzoek 1) op de wijze als in den loop van dit jaar met betrekking tot de afschaffing der gouden borsttressen is geschied, zich wel te willen ver gewissen omtrent de wenschen van het officierskorps ten aanzien van de ingevoerde wijziging van de witte uniform; 2) bijaldien hierbij mocht blijken, dat do overweldigende meerderheid, bijv. meer dan 90 pCt. aan de bestaande witte attila de voorkeur mocht geven, wel een voorstel te willen doen tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 5 September 1908, No. 39, met dien verstande, dat de daar in omschreven witte jas alleen door onderluitenants en adjudant-onder officieren zal worden gedragen 3) ingeval dit voorstel mocht worden afgewezen alsnog een voorstel te willen doen de ingevoerde witte jas in dier voege te wijzigen, dat de gebruikelijke kraagdistinctieven, met gouden sehcuderpassanten voor de hoofdofficieren gehandhaafd blijven. H Welk doende Yox Populi. Zijn onze inlichtingen juist, dan heeft het Legerbestuur indertijd hetzelfde gewenscht, wat Yox populi verzoekt, d. w. z. behoud van de witte attila als nette gekleede tenue. Tijdens minister Idenburg Gouverneur van Suriname was, heeft Z. E. aldaar het toetoepjasje voor de bewakingstroepen ingevoerd, we meenen ook voor de onderofficieren; in ieder geval zeker voor de officieren en adj. O. O. Men had daar nog de oude uniform met alleen een witte pantalon voor troependracht. Hiermede is tevens het geheim van de onvolledige raDg en wapenon derscheiding opgeheven, want bezwaren in dat opzicht deden zich in Suriname niet voor. Dat toetoepjasje werd voorgesteld aan het Indische Legerbestuur, dat het wel wilde invoeren, maar facultatief b.v. alleen voor bureau en zg. soepdiensten. De Regeering stelde evenwel voor een witte jas en wel de hier nim mer beproefde en nimmer gewenschte Surinamejas.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 124