132 Zoo noodig kan met één dergelijk toestel volstaan worden; de seiner plaatst zich dan bij de niet op een toestel geplaatste lantaarn en dekt het licht hiervan af met een stuk karton of hoofddeksel. Bij het seinen zijn kijkers onmisbaarom aan het vermoeiende werk van den waarnemer tegemoet te komen is het hoogst gewenscht den kijker op een statief te plaatsen. In fig. 4 geven wij een schets van een zeer eenvoudig statief, waarbij de kijker ter hoogte van het oog van den liggenden, zittenden en staanden waarnemer kan worden gesteld. De klemschroef d laat bovendien nog een kleine verticale verplaatsing van den kijker toe. Bij het seinen bij nacht heeft elke seinpost behalve de lan taarns, waarmede geseind wordt, nog een lantaarn noodig, om de aanteekeningen te kunnen maken. Deze moet voor den ontvanger onzichtbaar blijven en dus ook aan 3 zijden met blik afgesloten zijn. Aan seinmiddelen zijn benoodigd: Per compagnie infanterie, vestingartillerie, genie en wielrij ders, per escadron cavalerie en per batterij artillerie a. twee 6 hoekige en 2 rechthoekige seinvlaggen. b. twee lijsten van teekens, dienstseinen en verkortingen, die zoodanig vernist zijn dat zij bestand zijn tegen regen. c. twee verrekijkers. d. 5 acetyleen rijwiellantaarns (waarvan 1 reserve). e. 12 kleine kaars- of petroleumlantaarus aan drie zijden door blik afgesloten. f. 2 kijkerstatieven (fig. 4). g. calciumcarbid, kaarsen (of petroleum) en eenige kleine verwisselstukken. h. 4 seintoestellen (fig. 3). De voorwerpen genoemd onder a, b en c worden door de tam boers, hoornblazers en trompetters, de overige bij den gevechts- trein medegevoerd. E.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 150