De Opleiding der Compagnie, Een Doorstel uoor stelselmatige oefening. Bij elk der vier compagnieën van het bataljon Vesting Artillerie te Batavia zijn een aantal minderen aangewezen als peilers en waarnemers, dan wel als telefonisten (resp. hulppeilers en waar nemers en hulp-telefonisten). Op bepaalde dagen (3 X per week) worden deze personen vereenigd voor afzonderlijke oefeningen onder speciaal daarvoor aangewezen officieren, n.l. 2 luitenants voor de oefeningen met de peilers en waarnemers en 2 luitenants voor die met de telefonisten J). De nadeelen aan deze wijze van oefenen verbonden zijn o.a. de navolgende: Op drie dagen van de week zijn zoowel de P. W. en T. en de met de opleiding belaste luitenants aan de diensten bij hunne compagnieën onttrokken d. w. z. hunne compagnies-comman danten kunnen niet over hen beschikken voor compagnies oefeningen. Door de thans gevolgde dienstregeling bij het korps mist de C. C. bovendien op één dag van de week de vrije beschik king over zijn geheele compagnie doordat deze dag, waarop de P.W.& T. de compagnies-oefeningen zouden kunnen volgen, gewijd moet worden aan richtoefeningen, want juist de P. W. zijn allen richters. Een andere ochtend is gewijd aan voetballen en gymnastiek. Eest dus van de zes werkdagen eener week, één, zegge één dag, waarop de compagniescommandant de volle beschikking heeft over alle militairen zijner compagnie (natuurlijk na aftrek van de wachthebbenden, corvéeers, enz.). En op dezen dag nu wordt fortexercitie gehouden. Een heerlijke gelegenheid, zou men zeggen, om eens een flinken batterijdienst met peilposten, 1) In liet -vervolg zal gebruik gemaakt worden van afkortingen. P. W. voor peiler(9) en waarnemer^) en T. telefonist(en).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 151