134 -
peilpatrouilles, telefonische verbindingen, enz. te houden. Edoch,
dit is eene onmogelijkheid, want in het gunstigste geval is de
hoeveelheid opgelegd telefoon materieel per fort te gering om
daarmede een eenigszins behoorlijken batterijdienst op te tui
gen. Veelal zelfs mankeert het grootste gedeelte daarvan nog,
zijnde dit broodnoodig op andere plaatsen, bijv. te Batoe-Dja-
djar. („Leve de bezuiniging!")
In het kort gezegd dus, mist de compagniescommandant de ge
legenheid om zijne compagnie geheel naar behooren te oefenen en
toch wordt hij voor de behoorlijke geoefendheid daarvan ver
antwoordelijk gesteld! Voorwaar, dit is een onbillijkheid.
Een ander nadeel is gelegen daarin, dat de P. W. en T.
geen gemeenschappelijke oefeningen houden, waardoor de zoo
zeer noodige en gewenschte samenwerking ontbreekt en men
bij de schietoefeningen te Batoe-Djadjar en bij die in het vrije
veld niet die resultaten krijgt, welke bekomen moeten worden,
terwijl ten slotte de telefoondiscipline veel te wenschen overlaat.
Bij het bataljon Vestingartillerie te Batavia worden steeds de
pas uit Europa aangekomen en dus zeer jonge 2e luitenants
der artillerie ingedeeld. Een gevolg hiervan is dat natuurlijk ou
dere luitenants, die in den dienst geroutineerd zijn, bijkans geheel
ontbreken. En nu gebeurt het, dat daardoor de noodzakelijkheid
ontstaat om zulk een jong luitenant bij de P.&W.en T. in te deelen.
Deze luitenants missen dan perse eene behoorlijke opleiding
van hun compagnies-commt gedurende de drie vaste oefen-
dagen der P., W. en T.
Doch er is meerOp den dag (1 maal per week) dat het
voetballen en de gymnastiek op het korpsprogramma staat en
op den dag, dat het geheele personeel van het bataljon ter
beschikking is van den directeur der kaderschool (één maal per
maand) is de troep niet beschikbaar voor den compagnies
commandant terwijl twee maal per maand (van 8—10 u. v. m.
en daarna van 11 u. af) door het houden van tactische oefe
ningen op de kaart voor officieren de compagnies-commandant
niet de vrije beschikking over zijne luitenants heeft.
Wat van de opleiding van een dergelijk luitenant moet worden,