138 nants per compagnie beschikbaar is voor den inwendigen dienst. De tot één compagnie vereenigde P. W. en T. houden derhalve hunne oefeningen onder éénhoofdige leiding, hetgeen een voor deel is. De niet- P. en W. en de niet- T. behooren dus tot de drie overige compagnieën van het bataljon, waardoor deze op- gewone exercitiedagen sterker dan thans onder de wapenen kunnen komen. De commandanten dier compagnieën hebben dan bijkans steeds de beschikking over hunne geheele compagnie (onder aftrek van de wachten enz., iets dat niet ontgaan kan worden). Voorvallen als zich bij het thans gevolgde oefensfcelsel voordoen, dat b.v. des morgens slechts enkele manschappen van eene compagnie voor de exercitiën beschikbaar zijn, zoo dat deze niet kunnen worden gehouden, kunnen dan niet of ten minste hoogst zelden voorkomen. De P. en W. en T. dienen voorts door hun commandant volgens te verstrekken voorschriften ingedeeld te worden en wel op de verschillende werken en voor de peilpatrouilles, die m. i. door liet groepsstafkwartier en niet door de fortcommandanten be hooren uitgezonden te worden. Voorloopig, nu de gewenschte sterkte aan P. W. en T. nog niet bereikt kan worden, zouden zij echter steeds op de dagen van fort- exercitie de oefeningen op de werken moeten volgen. Wenscht echter buiten den fortdag een der comp. comman danten de beschikking te hebben over een aantal P., W. en T., zoo kan die commandant hen tijdig aanvragen. Wat de officieren betreft, blijven de luitenants van één en de zelfde compagnie (bijzondere gevallen als piketdienst, garni- zoenscommissiën enz. uitgezonderd) steeds ter beschikking van hun eigen comp. commandant en kan deze laatste dan ook in werkelijkheid de leider dier officieren worden. Af en toe moet één der luitenants, die vóór alles goed op de hoogte moet zijn van de gewone exercitiën, bij de compagnie P. en W. en T. gedetacheerd worden, om t. g. t. bij het ontbre ken van een der officieren dier compagnie, voor vast daarbij over te gaan. De officieren zelf dier compagnie zullen in oorlogstijd voor zeker bij de groepsstafkwartieren goede diensten bewijzen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 156