139 Overplaatsingen van officieren der P. W. en T.-compagnie behooren steeds zeldzaam te zijn, daar de opleiding daaronder lijdt. Op het oogenblik bijv. komt het telkens voor, dat het geheele officierspersoneel vervangen wordt door ander, dat zich in zijn taak weder moet inwerken. In de laatste twee jaren is zulks herhaaldelijk het geval geweest, 't Gevolg is dan ook dat de resultaten der opleiding treurig zijn. Een toestand, zooals zich bij de ten vorigen jare gehouden oefeningen te Tjileuleuj voordeed, dat bij elke peilpatrouille een officier moest worden ingedeeld om althans eenige resultaten te verkrijgen, is een hoogst ongewenschte. Zoo dik zitten wij niet in onze artillerie luitenantsGoede P. W. en T. worden niet meer afgeleverd; die er nu zijn, waren er achttien maanden geleden ook reeds 't Overgroote deel der menschen, thans tot de P. W. en T. behoorende, zijn nog niet berekend voor hun taak. De enkele dagen geleden ingevoerde regeling, dat de geoefenden slechts één keer per week de oefeningen der P. W. en T. moeten bijwonen, een regeling, getroffen naar aanleiding van voorstellen van schrijver dezes, versterkt den troep, die aan de compagniesoefeningen deelneemt, slechts met enkele man schappen en is dus een onvoldoende maatregel. Ook de poging om éénheid in de leiding te brengen door één der kapiteins te belasten met het oppertoezicht over de oefeningen der P. "W". en T. is m. i. onvoldoende. Bedoelde kapitein blijft toch verantwoordelijk voor de oefeningen zijner eigen compagnie, zoodat hij dat toezicht niet voldoende kan uitoefenen, tenzij hij zich van die compagnie niets aantrekt, wat hem in conflict brengt met zijn eigenlijke betrekking. Hoogstens kan door die poging een zondebok meer worden gefokt. Ten slotte zij vermeld, dat de compagnie P. W. en T. een „pepinière" moet vormen, van waaruit later, nl. als de sterkte dit toelaat, de overige compagnieën vesting-artillerie van goede krachten voorzien worden. Daardoor verkrijgt men op den duur de zóó zeer gewenschte éénvormige opleiding, terwijl de 1) I)e oudste der daarbij ingedeelde luitenants heeft één dezer dagen officiéél ge rapporteerd: dat er geen goede P. en W. zijn bij het bataljon. En dat na 4 jaren oefening! Moet er niet ingegrepen -worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 157