145 vertegenwoordigd door den thans overleden Luitenant-Kolonel A. D. J. Penn. Indien dit advies tot richtsnoer heeft moeten dienen dan zij mij vergund op te merken dat het reeds lang is „verjaard". Het is zeker waar dat onze overleden overste destijds de eenige vraagbaak kon worden geacht, waar de Indische maatschappij echter in het laatste decennium vooral een geheel ander aanzien heeft gekregen, daar kan het advies van voor meer dan tien jaren geleden thans niet meer als zaakkundig gelden. Doch al waren er latere adviezen dan lijkt de zaak toch bedenkelijk omdat het onderwerp „lang in studie" is, en dus te betwijfelen valt of er wel met de laatste eischen is rekening gehouden. Men heeft mij, te Batavia na den Commandant de oudste officier van het Korps, dikwijls gevraagd wat er nu eigenlijk van de geruchten over reorganisatie of afschaffing waar was. Als ik dan antwoordde er niets hoegenaamd van te weten haalde men de schouders op en zag mij ongeloovig aan. Het is mij overkomen dat men vermeende, dat het ambtsgeheim mij ver bood te spreken Laat zich de belangstelling welke uit de gestelde vragen bleek, verklaren, de bovengenoemde ongeloovigheid evenzeer, want men vond het onlogisch dat een der oudste Officieren niets van de zaak afwist. Yergis ik mij niet dan zijn de Korps- Commandanten niet eens van de ophanden zijnde reorganisatie op de hoogte. Zoo als de zaak voor ons ligt laat het zich aanzien dat eene reorganisatie tot stand zal komen zonder de medewerking van hen, die thans op de hoogte van den toestand kunnen worden geacht. Rest dus de vraag in hoeverre de adviseurs op wier oordeel de verandering in ons „populair" instituut tot stand dreigt te komen wel op de hoogte waren. Weten zij uit de praktijk of in de voorschriften die nu in het leven zullen wor den geroepen, alle ervaring is neergelegd waarover redelijkerwijze te beschikken was? Natuurlijk heeft men zijn licht opgestoken bij het Leger bestuur. Ik zeg natuurlijk, omdat de Legerautoriteiten en niemand anders kunnen vaststellen op welke wijze ook de gereorgani seerde Schutterij zal moeten worden aangewend, wat hare taak

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 163