158 Eerst het oude Schietvoorschrift, dat noemde verschillende wegen, Die ons konden leiden tot het gewensehte resultaat De afstand in meters tot het punt waar de vijand staat. Ie. Je doet bij collega's van het zware wapen in je nabijheid Een beroep op hun ervaring en hun collegialiteit Om, als zij den afstand soms al weten, dien niet te verzwijgen Opdat de vijand alsdan ook van de Infanterie zijn portie zal krijgen. Jammer genoeg staat hierbij, dat artillerie wel niet in de nabijheid zal zijn, Ed, voeg ik er bij, de kans dat die artillerie ingeschoten is, is uiter mate klein. 2e. Je leest den afstand gewoonweg af van de kaart van het bewuste terrein. Maar staat er weer bij, dat middel zal meestal wel niet afdoende zijn, Omdat ze op het Topographisch Bureau het groote verzuim hebben begaan Op de kaart het juiste punt niet aan te geven waar de vijanden ergens staan En ook, meen ik, omdat ze meestal van een land pas de kaarten gaan maken, Als wij het vechten en het schieten in die streek hebben kunnen staken. 3e. Het meten van den afstand met een voor dat doel vervaardigd o instrument. Maar daarvoor is 't noodig: a, dat je dit in de puntjes kent, En b dat de vijand je gedurende de afstandsmeting met rust wil laten En daarom. zal het Voorschrift er maar niet verder over praten. 4e. Het inschieten met proefsalvo's; maat staat er, dat zal alleen maar gaan, Als do vijand zoo vriendelijk is op een daarvoor geschikt terrein te gaan staan. Mij dunkt zoo dat de 4 punten, die hierboven zijn vermeld, Nog niet heelemaal afdoende zijn voor het doel dat is gesteld, Maar laat ons zien of het vijfde en belangrijkste punt ons dan zegt, Hoe we ons moeten helpen in een eventueel gevecht. 5e. Het schatten van den afstand op het oog, zoo lezen we daar, Zal het meeste toepassing vinden in de ure van het gevaar, En daarbij kunnen we onderscheiden drie verschillende gevallen, Waaruit een ieder mag kiezen, die hem 't beste kan bevallen: a. Als je dikwijls naar afstanden, die bekend zijn, hebt moeten kijken, Dan weetje natuurlijk nog wel niet precies hoeveel deze afstand zal blijken, Maar dat mag geen bezwaar zijn, je noemt maar een willekeurig getal [Er is niemand die 't precies weet, dus die 'tje verbeteren zal.] Er staat, dat voor kleine afstanden deze methode zeer geschikt zal zijn. Ik zou er bij willen voegen „zoolang je blijft op het schietterrein." b. Voor grootere afstanden gebruikt men de volgende methode meer; 't Staat er wat uitvoeriger, maar de zaak komt hierop neer: „&ls de afstand groot is, wel, dan verdeel je die maar,"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 176