176 Een tweede vraag is: zal voor de handhaving der neutraliteit een Artillerievloot beter of minder goed voldoen dan een torpedovloot. Ter beantwoording hiervan willen we een geval aannemen hetwelk zich allicht kan voordoen, en wel dit, dat een vloot van eenige natie welke met eene andere in oorlog is, van een der vele baaien in Neder- landsch-Indië gebruik wil maken, om kolen over te nemen, reparatiën uit te voeren enz. enz. Wat zullen nu onze eventueele torpedokruisers en torpedojagers daar tegen doen Protesteeren, maar toch ook niet meer. Overdag zullen ze door het geschut wel op afstand worden gehouden en eventueel 's nachts zal die vloot zich beschermen door hare jagers, terwijl de slagschepen dan ook nog bescherming kunnen vinden in hunne torpedonetten. Geheel anders wordt de toestand als wij over een Artillerievloot be schikken; hiervan kunnen de pantserschepen overdag op gevechtsafstand naderen en zoo noodig de neutraliteit schendende schepen met gelijk waardig geschut onder vuur nemen en ernstig averij bezorgen. Een vloot, welke zijn tegenstander nog zal moeten tegemoet treden, zal zich er dan ook wel van onthouden onze neutraliteit te schenden, waardoor hij in dat geval toch groote kans zou loopen om een gedeelte zijner strijdmacht te verliezen of in geveehtswaarde te zien verminderen. Zoowel voor het hierbovenbedoelde „tijdwinnen" als voor de handhaving onzer neutraliteit is eene Artillerievloot waarvan de kern bestaat uit kleine deugdelijke pantserschepen wel geschikt, een torpedovloot niet en kan het door S. uitgesproken verwijt van het toepassen van het oude nooit genoeg te veroordeelen middel, de aangeprezen maatregelen slechts half of liever nog veel minder dan half uit te voeren, zeer zeker de voorstanders eener Artillerievloot niet treffen. Ten slotte nog dit dat het bij mij verwondering heeft gewekt dat de torpedovaartuigen bestemd worden voor verkenningsdiensten, waardoor deze vaartuigen aan hunne feitelijke bestemming onttrokken worden. Zij zullen dan ook zeer zeker veel van hunne oorlogswaarde verloren heb ben als zij voor hun eigenlijke taak geroepen worden. Zal de verkenning in onze uitgestrekte Oost Indische bezittingen door de torpedovaartuigen moeten geschieden, zoo zal het aantal dier vaar tuigen, hetwelk dan de vloot moet vormen, waarover de verkenning toch in hoofdzaak geschiedt al zeer gering zijn en rijst er gegronde twij fel omtrent het nut ervan. De verkenningsdienst zal dan ook op andere doelmatige wijze moeten geschieden; welke wijze zeer zeker te vinden is, nu de draadlooze tele grafie daarbij de behulpzame hand reikt. De Luit. ter Zee le klasse Marineblad 18 Dec. 1908. A. F. Gooszek.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 194