faEGERÜRÉMGSTÜKKEfi
ID DE PERS.
5ei Onderirijs op de Boogere Krijgsschool.
Onder bovenstaanden titel kwam in het Bataviaasch Nieuwsblad van
9 October j.l. 2de blad een artikel voor, waarin het onderwijs aan de
Hoogere Krijgsschool aan een scherpe critiek werd onderworpen, die wel
licht menig aanstaand liefhebber tot nadenken zal hebben gebracht.
Door gegevens uit Holland van bevoegde zijde verkregen, kunnen we
thans een andere voorstelling van zaken geven, die het eenzijdige en
beslist onjuiste van den Nieuwsbladschrijver helder doet uitkomen.
Al wordt door deze inlichting niet het geheele officierskorps bereikt,
omdat lang niet iedereen lezer is van dit Tijdschrift, een belangrijk en
zeker niet het slechtste deel kunnen we met deze officieuse mededee-
lingen alvast geruststellen.
Het is dan een feit. dat het de aandacht van den Directeur getroffen
heeft, niet 't minst bij zijne langdurige ervaring als leeraar, dat de leer
lingen aan de H. K. S. hunne krachten hoofdzakelijk wijden aan de
uitwerking der hun verstrekte opdrachten. Waar het verslag bea-effende
hunne beoordeeling in de eerste plaats moet berusten op de wijze, waarop
die opdrachten zijn uitgewerkt, daar is het ook niet anders dan natuurlijk,
dat men zich daar met volle borst op gaat toeleggen. Toch is dit niet
geheel in 't belang van hunne vorming, want 't gevolg daarvan is, dat
alles wat in de lessen wordt behandeld en niet rechtstreeks betrekking
heeft op de verstrekte opdrachten niet in de eerste plaats belangstelling
wekt.
Het is dus zeer begrijpelijk, dat de Directeur op middelen heeft ge
peinsd om dit euvel te vermijden, en er toe kwam met de leeraars in
eene vergadering deze middelen te bespreken.
Een middel nu om zich te overtuigen of de leerlingen behoorlijk van
't hun gegeven onderwijs hebben geprofiteerd zou zijn 't afnemen van
een examen. Hoewel daar veel voor te zeggen zou zijn, heeft 't niet
temin ook zijne groote bezwaren; in elk geval zou daartoe niet overge
gaan kunnen worden zonder wijziging van het Voorschrift voor H. K. S.
(Staatsblad 1892 No. 52). Dit middel, hoewel door den Directeur een
oogenblik ter sprake gebracht, werd dan-ook door Zijn HoogEdelgestrenge
verder buiten beschouwing gelaten.
Een ander middel zou kunnen zijn het vragenderwijze bespreken van
het behandelde door den betrokken leeraar, een middel bij het Hooger
Onderwijs geenszins onbekend, getuige de responsie-colleges aan onze
Universiteiten. De Directeur is de eerste geweest om daarbij aanstonds