185 - Nederland zoowel als in Indië, valt niet te ontkennen, maar daartegen over staan de veel zwaarder wegende nadeelen, dat de minister van koloniën, gelijk thans het geval is, niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het geheel der defensie van deze kolonie en dat de gouverneur-generaal, wanneer de afscheiding een volkomene zou zijn geworden, met twee ministers te doen zou krijgen, waardoor conflicten, als gevolg van zoodanige scheeve positie niet zouden kunnen uitblijven. Voorts zou alsdan waarschijnlijk een vloot verkregen worden, die bij het niet te ontkennen verschil in eischen voor de beide deelen, voor geen der deelen de meest gewenschte zou zijn, en dat de gunstig wer kende samenvoeging van militair-maritieme en civiel-maritieme diensten, onder leiding van den commandant der zeemacht, gelijk thans, niet behouden zou kunnen blijven. Wordt, zoo pleit de commissie, de nederl. indische marine echter ge steld onder het beheer van het departement van koloniën, dan zou daaruit moeten voortvloeien, dat een innig verband ontstond tusschen leger en vloot in de kolonie en dat de middelen ter verdediging evenzoo meer verband zouden houden met het voor beide deelen der strijdmacht noodi- ge (havenverdediging, voorraden enz.) In actieve marinekringen is aanstonds tegen het denkbeeld oppositie o-erezen, gelijk te begrijpen is, want Indië is nu eenmaal niet populair ?n die kringen en het dienen aan boord van kruisers met repatneenng na drie jaren, veel aangenamer dan langdurige behuizing op kleine t0IEn dat° een nederlandsch minister van marine, wiens arbeidsveld toch al niet bijster groot is, voor halveering daarvan weinig gevoelt, vooral wanneer, gelijk thans, met kracht komt opduiken de idee van een buiten de politiek staand departement van landsdefensie,—het is menschelyk. Na het voorloopig verslag besproken te hebben zegt schrijver van het begrootingsdebat, waarin alleen de Heer Thomson de conclusion der commissie heeft aanbevolen.... words words, en duitenplaterij. In de pers had inmiddels, na het bekend worden van het rapport, een vinnig voorpostengevecht plaats gehad. De haagsche bladen hebben de splitsing eenparig afgekeurd en schro melijke gevolgen daarvan voorspeld. Alleen in de Nieuwe Rott. Cour. van den 4en en 6en September is instemming betuigd met de denkbeelden in het rapport vooropgeste d, en betoogd, dat de commissie dank verdiend heeft voor de ruiterlijke uitspraak, dat aan Nederlandsch-Indië door de zeemacht geen volstrekte beveiliging kan worden verschaft, wanneer de tegenwoordige formatie blijft gehandhaafd. In een paar artikelen van de hand van den secretaris der commissie, den gepensionneerden majoor C. de Vries, verschenen in het Alg. ^a°" dels blad, is de geleverde perskritiek kort maar zakelijk beantwoord. In hoofdzaak herhaalt de heer De Vries de aangevoerde argumenten voor de samentrekking van de defensie der kolonie, in handen van den minister van koloniën, daarmede op ongezochte wijze blijk gevende van diligentie en tevens front makende tegen het spoken zien van minister Wentho vóór en tijdens het marinedebat. Ofschoon eenparig van oordeel, dat, gelijk de heer De Vries met in stemming heeft geconstateerd: de verantwoordelijkheid voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 203