188 Nu de verdere onkosten. Behalve een vast tractement van maandelijks 64 gulden heeft zulk een opnemer, op dagen dat hij aan de opname werkzaam is, een daggeld van f 4.waarvan hij dan ook zelf een woning moet bekostigen, zoo ook reis- en verblijfkosten. Aan huishuur betaalt de persoon in kwestie te te Salatiga maandelijks 80.— Yoor de dagen, dat hij nu te Magelang moet wachten, totdat eindelijk de beurt aan hem zal komen, bekomt hij geen daggeld. Zijn echtgenoote en kinderen blijven natuurlijk te Sala tiga achter, waarvoor hij de huishuur moet door betalen. Alzoo lijdt hij nu reeds een verlies van f 4 daggeld en 1 voor huishuur. Waar moet hij dan verder in Magelang overnachten en van waar moet hij eten bekomen? Yan het militaire bestuur? daar behoeft hij niet aantekomen. In de kazerne heeft hij niets te zoeken, daar wordt hem eenvoudig het verblijf verboden, zoodat hij gedwongen is in een loge ment verblijf te houden, welke onkosten hij ook nog bovendien zelf moet betalen. Het goedkoopste logement te Magalang is het Chineesche, en daar kost het per dag f 3,50. Dit maakt reeds per dag f 8,50, zegge acht en een halven gul den, en dat voor een minder militair, zonder nog de andere onkosten te tekenen voor spoorkaartje enz. En dat alles voor een hondje, dat bijna nog niet kon loopen Na ingewonnen inlichtingen te Salatiga, hoeveel dagen in den regel vereischt worden, vóór zaken bij den krijgsraad worden berecht, bekwam de „verdachte" ten antwoord: „in den regel is het 14 dagen, maar dik wijls duurt het nog langer, zelfs 3 maanden" En deze inlichtingen kreeg hij op het Plaatsbureau zelf, en daar zul len zij het toch wel weten. Prachtig vooruitzicht! In het gunstigst geval 14 dagen te Magelang te moeten verblijven: wie voorziet in de voeding van zijn gezin, achter gelaten te Salatiga? Wellicht dat, door de aandacht te vestigen op een dergelijke wijze van rechtspleging, waarbij de gevolgen van de straf zoo geheel buiten verhouding staan tot de grootte van het „misdrijf", het in die richting kan worden geleid, dat soortgelijke zaken voortaan op de plaats zelve, eventueel disciplinair, worden afgedaan. Wij gaven het verhaal zonder eenige verandering; commentaar is daar bij overbodig! Echter kunnen wij hier niet nagaan of de feiten juist zijn voorgesteld en of hier en daar niet overdreven is. Misschien wil een onzer lezers over deze aangelegenheid zijn licht eens laten schijnen. Ons lijkt bij deze verouderde rechtspleging de eenige oplossing„een veroordeeling bij verstek". Zendt de beklaagde niet op want dat is dienst en dwang. Voor dergelijke geringe feiten komt het er niets op aan of hij er zelf bij is. Laat de rechter op stukken oordeelen en dan uit. Moge dit feit aanleiding zijn tot het opmaken van een voorstel in dien geest.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 206