200
groote uitwerking een zoodanige beweegbaarheid bezit, dat zij
de infanterie in voor veldartillerie ontoegankelijke terreinen
kan volgen en steun verleenen, zonder oponthoud te veroorzaken.
Hiervoor mogen de draagdieren niet boven een zeker maximum
belast worden.
Als een maximum-last werd aangenomen 140 K G-., terwijl
de andere lasten met compleet draag- en trektuig gemiddeld
hoogstens 130 K G. mogen wegen.
Dit werd als eerste eisch gesteld
Daar het verder gewenscht is het stuk door zoo weinig
mogelijk dieren te doen vervoeren (vermeerdering der blijvende
uitgaven in vredestijd aan meer dieren in de formatie, grooter
colonnelengte, grooter worden van den tijd voor uitelkaar nemen
en inelkaar zetten van het materieel enz.) wordt als tioeede
eisch gesteld
2. Elk stuk mag uit niet meer dan 4 draaglasten bestaan;
zoonoodig kan voor het vervoer van schilden een 5e dier (in-
heemsch draagpaard) worden bestemd.
Met inachtneming van deze eischen wordt dan verder een
kanon van zoo groot mogelijk kaliber verlangd, moetende echter
in ieder geval aan de volgende eischen eveneens worden vol
daan
3. De G. K., van in minimum 5.3 K. G., moet minstens 225
kogeltjes van 11 gram bevatten.
4. Het kanon moet een werkzaam G. K. schot hebben tot
3500 M. waartoe een Yo van 275 M. een minimum zal zijn."
Verder wordt aangenomen, dat bij een kaliber van 7.5 c.M.
aan de gestelde eischen zal kunnen worden voldaan, doch is dit
niet mogelijk, dan kan met eene vermindering tot uiterlijk 7 c.M.
genoegen worden genomen.
Waar nu de veld-artillerie bewapend wordt met een kanon
van 7.5 c.M. verdient het volgens onze bescheiden meening
beslist afkeuring voor de gedragen artillerie zelfs slechts de
mogelijkheid van een ander kaliber aan te nemen. Alleen toch
bij het aannemen van een zelfde kaliber voor veld- en berg-
geschut zal het mogelijk zijn voor beide soorten artillerie een
zelfde projectiel, zij het dan met andere huls, te hebben, een
beginsel, dat bij het uitgezonden proefmaterieel reeds heeft