201 voorgezeten, waar de projectielen van het berggeschut, hoewel lichter, bij het veldgeschut te bezigen waren. Schreven wij reeds vroeger: D „Voor een klein leger, dat in vredestijd, door klimaatsinvloeden als anderszins, slechts een betrekkelijk geringe hoeveelheid munitie geheel of gedeeltelijk geconfectionneerd, kan opleggen en in oorlogstijd aangewezen is op de beperkte hulpmiddelen voor aanmaak van munitie ter aanvulling, is het om in de be hoefte te kunnen voorzienvan overwegend belang, dat gestieefd wordt naar beperking van geschut- en munitiesoorten en zooveel mogelijk naar eenvormigheid der laatste voor gelijke kalibers. Ons leger beschikt nu over 16 verschillende soorten van vuurmonden, waarbij 42 verschillende soorten van projectielen of patronen. Wordt bij de ver wapening van de Bereden Aitil- lerie het aantal geschutsoorten wederom met 2 vermeei dei d, eene onnoodige vermeerdering van het aantal soorten projectielen moet beslist vermeden worden 2). Willen wij ooit kans hebben in de gelegenheid gesteld te worden voor het veldleger het geschut te kunnen herstellen, artillerie- en infanterie-munitie te kunnen aanmaken, dan moet het aantal benoodigde werktuigen beperkt kunnen zijn, het aantal projectielsoorten voor de artillerie te velde waar van een onbeperkt gebruik sprake moet kunnen zijn zich, evenals voor de infanterie, tot een minimum, liefst tot één, het een heidsprojectiel, bepalen. Thans sluit de hoeveelheid reeds de mogelijkheid van eigen confectie uit Doch over een eenheidsprojectiel c.a. nader. Ook het Legerbestuur acht de uitrusting van de bergartillerie met een eenheidsprojectiel een zaak van het grootste gewicht en stelt: „dat er rekening mede dient gehouden te worden, dat binnen enkele jaren de industrie het gewenschte doel wel zal bereiken en dat aan de invoering niet meer bezwaren verbonden mogen zijn, dan onvermijdelijk noodzakelijk". Dit nu is in strijd met den eisch sub 3. 1) Eenheidsprojectiel voor Artillerie te Velde. I. M. T. 1907, II, blz. 660. 2) Ka de verwapening, volgens voorstel, zullen wij bij het veldleger beschikken, rekenende op rond 12.500 geweren, per 1000 geweren over 1.44 storten geschut en over 3.84 soorten projectielen, of op 350 infanterie-geweren eén ander artillerieprojectiel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 219