214 bevel in het Mandsjoes vertaald en nog heden wordt bij militaire examens bekendheid met den inhoud ervan geëischt. Van de nieuwere werken is algemeen bekend het in 1621 uitgegeven boek „Wupeichi" (d.i. over militaire uitrustingen), dat onder de eerste vorsten der tegenwoordige dynastie op de lijst der ver boden boeken kwam, opdat geen gewoon burger het zou kunnen bezitten. Mocht de inhoud in een voor ons eigenaardigen vorm gegoten zijn, vele voorschriften kunnen gesteld worden naast hetgeen de bekwaamste legeraanvoerders aller tijden onderwezen en opgemerkt hebben. Zoo staat vermeld in het hoofdstuk dat handelt over de alge- meene beginselen der krijgskunde: Het leger neemt de voornaamste plaats in den staat in, leven en dood der onderdanen, het wel en wee van het rijk zijn ervan afhankelijk. Zich niet met ernst aan het leger wijden en het niet tot den hoog sten graad van volmaakt heid brengen staat gel ij k met weinig prijs stellen op het behoud of verlies van het dierbaarste, wat men bezit. Wanneer men met de wapens roem en geluk tracht te behalen, dient de grootste aandacht gewijd te worden aan de volgende •5 puntenden godsdienst n. 1. de moraalleer, voorzoover het noodzakelijk is onze handelingen in het dagelijksch leven er aan te toetsen; den hemel; de aarde; den aanvoerder en de discipline. De godsdienst zal allen met éénzelfde gevoelen bezielen, zij leert te leven en te sterven, ongelukken en zelfs den dood met onverschrokkenheid te verdragen. Wie den hemel kent, zal weten welken invloed door het mannelijk (d.i.de'hemel) en het vrouwelijk (d.i de aarde) element worden uitgeoefend, hoe door samenwerking en tegenstelling zoowel warmte en kou als helder en somber weer ontstaan. Wie de aarde kent zal weten wat hoog en laag, ver en nabij, breed en smal, eeuwig en tijdelijk is. Godsdienst, rechtvaardigheid en welwillendheid dient eeniederte bezitten een aanvoerder bovendien moed en onverschrokkenheid, ten einde hem geschikt en waardig te maken om anderen voor te gaan- Onder discipline wordt verstaan: de kunst om troepen op te stellen; het kennen der regels der ondergeschiktheid en ze anderen te kunnen doen opvolgen, een ieders verplichtingen te kennen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 236