217 -
dient men voorzichtig en niet te ver te volgen en hem daarna
niet in eene verschanste stelling aan te vallen. Zijt gij zelf
zwak, verschans u Iaat de vijand zich vermoeien met aanvallen
zonder succes, verzwak hem door uitvallen op juiste tijdstippen.
Houd uw troepen bijeen opdat zij elkaar wederzijds steunen
kunnen; begaat de vijand de fout om zijne troepen niet bijeen
te houden, werp u Jan met de geheele macht op zijne verspreide
afdeelingen en versla ze afzonderlijk. Dat is de manier om met
een klein leger eene overwinning op een sterkeren vijand te
behalen. Misleid den vijand steeds omtrent het aanvalspunt,
zoodat hij zijne krachten zal verdeelen om zich overal tegen een
aanval te vrijwaren; werp u dan met de gezamenlijke macht
op één punt zijner stelling, zoo zult ge zeker zijn van den
goeden uitslag; de gevolgen van eene nederlaag zijn moeielijk
te boven te komen. Regel uwe bewegingen zóó, dat ge den
vijand op het vastgestelde uur aantreft en hem dan aangrijpen
kunt; tracht hem van zijne reserves af te snijden en te ver
hinderen, dat de eene vleugel den anderen te hulp komt. Een
te groot leger heeft nadeelen, een klein goed gedisciplineerd onder
een bekwaam veldheer is onoverwinnelijk, doch de minderheid
aan troepen dient vergoed te worden door betere bevelvoering.
Sla de houding uwer troepen opmerkzaam gade. Alles hangt
van haar af; tijd en omstandigheden werken op haar in; menig
leger, dat eene schitterende overwinning bevochten heeft, zou
geslagen zijn, indien het één dag vroeger of eenige uren latei-
slag geleverd had. Het tijdstip van den aanval kan men kiezen,
wanneer de troepen van den tegenstander verzwakt of vermoeid
zijn; ontwijk een strijd op leven en dood; wanneer de geslagen
vijand op eene hoogte terugtrekt, volg hem niet.
Als ideaal van ieder Chineesch staatsman en veldheer geldt
nog heden de in 181 n. Chr. geboren Chu Ko Liang, beter be
kend onder zijn tweeden naam van Kung Ming, die onover
troffen genoemd wordt in wijsheid, takt, trouw en dapperheid;
zijne schranderheid en listen worden in proza en poëzie ver
heerlijkt; hij vormt de hoofdpersoon van meer dan een dozijn
dramatische gedichten. Vele zijner daden schijnen ons toe meer
gelukte aanslagen te zijn van een romantisch aangelegden vrij-