-- 7
meer troepen dan een compagnie en meer wapens dan alleen
Infanterie om te gaan, schijnt de schrijver over het hoofd te zien.
Hebben we nog niet genoeg leergeld betaald met aanvoer
ders en onderaanvoerders van belangrijke expedities, die nimmer
met „den troep" hadden omgegaan, hoogstens eene enkele ge
mengde oefening hadden meegemaakt en dadelijk voor de
zware taak van aanvoerder van eene afdeeling van ons leger
werden gesteld?
Dat dit brigadeverband wat we nu in Indië hebben, evenmin
eenige voorbereiding voor de groote taak toelaat, is reeds
elders genoeg betoogd.
Schrijvers B. V. intenties liggen in het volgende:
Met allen eerbied voor dit middel, zou een nadere uiteenzetting
van schrijvers gedachtengang omtrent het verloop van zoo'n
oorlog wel op zijn plaats zijn geweest.
Wat zal de maximum sterkte van zoo'n detachement zijn
Een bataljon?
En is elke bataljonscommandant dan legercommandant op
zichzelf? Hoer eens, we zijn door het stadium van de laatste
Inlandsche rustverstoringen verblind, doch men houde mij ten
goede, als ik van een B. Y. eene andere voorstelling heb, en ik
geloof dat we goed zouden doen, met ons dien voor te stellen,
als onze dappeiste I. Y. op de meest moderne wijze bewapend
en aangevoerd.
De getallenverliouding der Europeanen in Indië tot de bevolking, het ge
ringe aantal Europeesche soldaten en de moeite met de werving dwingen
ons af te zien, bij een eenigszins ernstigen aanval van buiten op ons grond
gebied, van liet voeren van een geregelden oorlog met veldslagen.
Maar wat dan wel
Wij moeten gebruik maken van de hulpmiddelen die de praktijk en de
natuur ons bieden die zijnonze terreinkennis, de offensieve geest die ons
Leger kenmerkt en onze bewapening (vergeet niet, o tacticus, dat een groot
deel onzer troepen geoefend is met een ballistisch minderwaardig vuurwapen,
maar geducht is in het handgemeen), het klimaat, het terrein en de bevol
king.
Geen groote veldslagen, waarvoor wij geen troepen en geen aanvoerders
hebben geen alles op één kaart zetten en een smadelijke nederlaag lijden,
maar de groote oorlog ter zee en de kleine oorlog te land, niet de eigenlijke
guerilla, maar de z.g. »Detachèmentskrieg".
En daarvoor is ons I. V. leger juist geschikt.