flfsfandsmeting Ier Deranging uan het
Afstandschotten,
Vervolg op Afstanden Schatten
Afl, 2 hls. 157.
Bovenstaande critiscbe beschouwingen, weergevende het oor
deel van een collega van de Infanterie over het Afstandschat-
ten, achtte ik niet misplaatst als inleiding voor de hieronder
volgende opmerkingen.
Met de conclusies zullen vermoedelijk weinigen 't oneens zijn.
Ook al blijft de wenschelijkheid bestaan aan kader en man
schappen eenig begrip te geven van verschillende afstanden,
waartoe de voorgeschreven oefeningen, tijdens de opleiding een
enkele maal gehouden, het hunne zullen kunnen bijdragen, als
middel ter bepaling van vizier stelling en opzethoogte dient zon
der twijfel een meer betrouwbare methode er voor in de plaats
te treden. Het aangevoerde over de te verwachten fouten moet
niet beschouwd worden als een „dichterlijke" vrijheid, maar is
volkomen juist. Werkelijk vermeldt Jordan in het „Zeitschrift
für Yermessungswesen, Jrg 1898" als resultaat van uitgebreide
proefnemingen dat soldaten in vredestijd op afstanden van 200
tot 800 M. schattingsfouten maken van 31 In het Militar
Wochenblatt" vinden we meegedeeld dat bij geoefende officieren
van het Fransche leger een middelbare schattingsfout van
25% werd gevonden en bij minder geoefenden zelfs van
50 dus 1lz van den afstand.
H. Rohne geeft eveneens een middelbare schattingsfout van
Een middelbare fout Tan 25 pCt. stemt overeen met een waarschijnlijke of 50 pCt.
fout van 17 pCt. dus ongeveer van den geschatten afstand.
De middelbare fout wordt gevonden door den vierkantswortel te nemen uit de som
van de kwadraten na deeling door hun aantal.
Zij vormt een beteren maatstaf voor de nauwkeurigheid dan de waarschpnlijke of 50 pCt.
fout en dan de gemiddelde fout.