256 met zoeken doorgegaan; wel werden nog enkele voetsporen gevonden doch blijkbaar waren pogingen aangewend om de colonne het spoor bijster te doen worden; het bleek althans, dat nu eens gewoon rechtuit, dan weder eens rugwaarts was geloopen, terwijl telkens de voetsporen naar een poel voerden en daarin verdwenen. De vluchteling had waarschijnlijk begrepen, dat men zijn voetsporen gevolgd was en spaarde nu geen moeite, om die te laten verdwijnendrie a vier dagen gingen met zoeken voorbij, nu eens een ladang bij nacht omsingelende en de bewoners ondervraagd, dan weer eens de rivieroevers afzoekende, werd eindelijk weer een aanwijzing verkregenL. S. zou zich opgehouden hebben in een ladang- huisje aan den N. oever der Sadang; gedurende den nacht dit huisje omsingelende, werden wel is waar geen nieuwe aanwijzingen verkregen, maar kon toch als vaststaande aangenomen worden, dat L. S. zich daar had opgehouden; bij 'taanbreken van den dag werd nogmaals nauwkeurig naar sporen gezocht en werd na lang zoeken een Beaumont-patroon gevonden, met de meeste nauwkeurigheid werd verder gespeurd en nog 2 patronen op afstanden van 50 en 100 M. gevonden. Het nu gevolgde spoor leidde weder door moerassen en naar verschillende ladangs; 't spoor werd steeds angstvallig gevolgd, na eenige dagen bracht het de colonne aan de Sadangoever; duidelijk waren hier de indrukken van een man en de plaats, waar een prauwtje aan den oever gemeerd, gelegen had, ontdekt. Het was hem dus toch gelukt met een prauwtje af te zakken, dan wel over te steken. Hoewel de vervolging door middel van 't volgen van sporen, niet tot het gewenschte succes, de gevangenneming van L. S. had geleid, was er toch veel gewonnen: immers L. S. had zich zeer lang (2 a 3 maanden) schuil kunnen houden in de glagah- velden ten N. van de Sadangrivierhet verblijf hier was hem nu onmogelijk gemaakt, ten Z. van de Sadang had hij zich al lang broeierig terrein een p'otselinge reactie volgt, waaraan moet worden toegegeven» Daar bij komt, dat zoodra een bende uiteen is geslagen als hier en het spoor van één enkelen man moet worden gevolgd, het vinden een kwestie van tceval wordt. Eerst als de vluch teling weer wat hokvast wordt of een nestje heeft bereikt, of gemaakt, krijgt een geza- melijk optreden weer meer kans van slagen. Reel,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 280