26 i
Lichamelijk in iedere richting opgevoed, den geest geoefend in het
gebruik maken van de kortste oogenblikken, onmiddellijk ervan partij
trekkend zoodra de tegenstander zich bloot geeft, toegerust met een zoo
Loog opgevoerde dosis zelfbeheersching, dat zelfs in het heetst van den
strijd, deze hem geen oogenblik verlaat, zóó is voor het grootte deel
het materiaal, waaruit het Japansche Leger wordt gerecruteerd. Geen
wonder, dat het niet moeilijk viel uit zulk materiaal, flinke, degelijke
soldaten te vormengeen willooze machines, doch denkende strijders,
zooals in het moderne gevecht verlangd worden.
Wel is waar zijn de legertoestanden er niet beter op geworden door
het, hiervoren reeds genoemde, industrie-proletariaat, doch de massa van
het leger is in zulk een echt militairen geest opgevoed, dat men den Ja-
panschen soldaat toch als een der besten der wereld moet beschouwen.
Ditzelfde geldt voor de Marine. Japan is een eilandenrijk, dat uit den
aard der zaak, uitstekende zeelieden, gewend aan gevaren, voortbrengt.
Daarbij komt, dat de Japanner van top tot teen monarchistisch gezind
is. Hij is een trouw aanhanger der 2000 jaren oude dynastie der Tem-
mos; in haar ziet hjj de roemrijke geschiedeuis va a zijn vaderland be
lichaamd: voor dat land te sterven is de schoonste en eervol-te dood.
Altijd weer opnieuw wordt deze gedachte levendig gehouden bij de
opvoeding van kind, knaap, jongeling en man, hetgeen in den laatsten
oorlog duidelijk aan het licht is getreden. De Spartaansche moeder
riep haar ten strijde trekkende zoon toe: „Liever op het schild dan
zonder dit" (het gold als laiheid, zijn schild weg te werpen om beter
te kunnen vluchten); de Japansche moeder zeide: „Sterf voor het va
derland!" en niet klein-burgerlijk„Keer gezond terug." Het Japansche
huisgezin beschouwt de te velde trekkende familieleden reeds als den
eeredood gestorven, doch de smart daarover wordt overtroffen door het
grootsche gevoel, ook iets den heiligen krijg geofferd te hebben. Daar
om worden de gevallenen ook slechts in zeer kleinen k.lng beweend,
en ofschoon in den laatsten bloedigen oorlog bijna iedere familie in Japan
het verlies van geliefde bloedverwanten had te betreuren, was toch voor
vreemdelingen van een algemeenen rouw weinig te bespeuren, terwijl
daarentegen een nederlaao: hoe onbeteekenend ook, dadelijk alom merk
baar was.
Ten slotte verdient vermelding een hoog gestemd gevoel van eigen
waarde. Hoe voorkomend de Japanner ook jegens vreemdelingen
moge zijn, toch voelt hij zich hen meerdere; hij houdt zich voor ver
standiger, dapperder en veel beter in s aat iets belangrijks tot stand te
brengen. Een dergelijk gevoel is voor ieder leger van veel waarde;
zooveel te meer voor een leger, dat uit zulke voortreïelijke, tot zelf
standig en offensief optreden geschikte, strijdlustige elementen bestaat,
als het Japansche. Waar de Russen zich vertoonden, werden ze onmid
dellijk aangegrepen en meestal verslagen of teruggedrevendit was een
vaste gewoonte geworden, zelfs ten opzichte van de kleinste patrouilles,
en het valt niet te ontkennen dat deze, bijna dagelijks voorkomende
tegenslagen op de stemming van het Russische leger een zoodanigen
invloed uitoefenden, dat de strijdlust er langzamerhand geheel uit verdwenen
In zeer vele gevallen ging dit gevoel van eigenwaarde over in „eigenwaan".
Die voorkomendheid laat nog al eens iets te wenschen over.