269 B. huchtuaart. C. Traktementen. D. Artillerie. De vorenbedoelde uitmuntende instructeurs moeten tot een langer dienstverband -worden overgehaald door ruime soldijen, welke hen in staat stellen behoorlijk te leven en voor hun gezin te zorgen, met de zekerheid, dat na wel volbrachten langdurigen dienst een goed pensioen door hen zal -worden genoten. De soldijen van deze personen moeten zeer goed zijn, wil men er in slagen uitmuntende instructeurs over te halen zich voor langer te verbinden. En men zal die soldijen ook „zeer goed" kunnen maken, bijaldien men die voor de eigenlijke capitulanten niet hooger opvoert dan bepaald noodig is en voorts het aantal instruc teurs, welke men lang in dienst houdt, zooveel mogelijk beperkt. Aan deze duidelijke uiteenzetting van het vraagstuk omtrent doel en beteekenis van het Capitulantenstelsel behoeven we niets toetevoegen. Vroeg of laat zal het Ind. Legerbestuur ook in deze richting eene oplossing moeten zoeken van het kadervraagstuk,_ en zal de tegenstand der Departementen van Algemeen Bestuur om in deze medetewerken tot het openstellen van verschillende betrekkingen voor capitulanten, moeten worden overwonnen. De tegenwoordige richting, die wordt nagestreefd, geeft intusschen niet de minste hoop dat we in den eersten tijd dien weg zullen inslaan. Een breede achtergrond is daarin niet te ontdekken, alleen de uitgaven zullen belangrijk toenemen, zonder dat we beschaafde en flinke jonge mannen over eenige jaren in de gelederen zullen krijgen, die daarna weer afvloeien, en ons een frisschen stroom in ons kader moeten waar borgen. Red Men drong er bij den Minister op aan de militaire luchtvaart met alle kracht te bevorderen. Op dit punt heeft ons leger nog bijna niets en men meende, dat dit nu juist het wapen bij uitnemendheid van den zwakke is, ook door den betrekkelijk geringen prijs van het materieel. Een zaak van urgentie, waaraan niet te ontkomen zal zijn, werd de betere salarieering van officieren x) geacht, wier traktementen gedurende vele generatiën dezelfde zijn gebleven, terwijl andere, o. a. die der onder officieren zijn herzien, waardoor deze in betrekkelijk veel gunstiger omstandigheden dan de officieren zijn gekomen. De noodzakelijkheid van deze verhooging werd echter door sommige leden niet beaamd met het oog op de traktementen van andere ambtenaren -). Door enkele leden werd er op gewezen, dat in alle landen (nu ook laatstelijk weder in Frankrijk) op Duitschland na, de veldbattenjen op 4 stukken gebracht zijn. Hier is sprake van het Ned Leger. 2) Geldt voor Indië zeker niet. We staan beneden de onderwijzers.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 293