Ooslenrijk-Rongarije.
281
periodes van hoogstens 10 dagen te vervullen, en te gehoorzamen aan
de militaire autoriteit, onder wie zij dan gesteld zullen worden.
Gedurende de oefeningen dragen alle vrijwilligers een speciale uniform
blauwe kiel met grijze opslagen; grijze korte broek, geele schoenen en
slobkousen, blauwe mantel, revolver en verrekijker.
l)es zomers is het dragen van een linnen tenue toegestaan.
In vredestijd bedragen de toelagen per oefeningsdag 15 kronen per
vrijwilliger, gratis verschaffing van olie en benzine.
In oorlogstijd ontvangen de officieren het traktement voor hun rang,
de overige vrij svilligers 300 kronen per maand. Bovendien ontvangt elk
vrijwilliger een entrée de campagne van 1000 kronen.
2e. Het korps vrijwillige motorwielrijders. Dit bestaat uit den com
mandant, diens plaatsvervanger en een groep per militair district (in totaal
16). Elke groep bestaat uit een commandant en een zeker aantal leden.
Korpscommandant en plaatsvervanger worden benoemd als onder le;
de groepscommandanten door den commandant van het legerkorps op
voordracht van den korpscommandant.
De commandanten der legerkorpsen beslissen, zonder hooger beroep, en
op voordracht van den korpscommandant, over de aanneming der leden.
De candidaten moeten zijn Oostenrijk-IIongaarsch burger, een rijbewijs
hebben en een motorrijwiel van minstens 5 P. K. of een lichte automo
biel van 8 a 14 P. K., of een rijwiel met hulpmotor.
Zij gaan hetzelfde verband aan als de automobilisten. Hun uniform
is grijs, zwarte of geele schoenen en slobkousen, revolver en kijker.
Yredestoelagen per oefeningsdag 15 kronen per lichte auto en 6 per
motorrijwiel, bovendien vrij olie en benzine.
In oorlogstijd ontvangen zij die een graad bekleeden, het hiervoor
vastgestelde traktement, de overigen 300 kronen per maand.
De entrée de campagne is 1000 kronen voor een lichte auto en 300
voor een motorrijwiel.
R. M. A. E. Nov. 1908.
De optische uitrusting.
Als optische uitrusting der troepenkorpsen en staven werd vastgesteld:
Yoor de troepenkorpsen der infanterie en der cavalerie respectievelijk
de infanterie-veldkjjker M/08 en de legerveldkijker M/07voor het
hoofdkwartier en de staven van het Leger ieder 2 Zeis-Relief-„Scheren-
fernrohre (Zie I. M. T. no. 8 van 1908 bladz. 937) en 2 Zeis-veldkij
kersvoor den staf van elk Legerkorps 1 Zeis-Relief-Scherenfernrohr en
2 Zeis-veldkijkersverder de staf van elke infanterie-divisie 1 Zeis
Armee-Scherenfernrohr voor den staf van elke cavalerie-divisie 1 Goerz-
Doppelfernrohr M/7. De uitrusting der overige troepen enz. wordt
niet vermeld.
(Mil. Wochenblatt No. 107).