13 territoriale wateren en aan zijn kusten niet gewaarborgd .zijn, gelijk meermalen mondeling en schriftelijk onder de aandacht Uwer Hooge Vergadering is gebracht; dat mede door den toestand, waarin onze verdedigingswerken aan de Wester Schelde verkeeren, wij niet bij machte zijn, ons door het Volkenrecht opgelegde verplichtingen na te komen; dat de qualitatief en quantitatief onvoldoende toestand onzer kustverdediging des te bedenkelijker is, daar in een eventueelen Noordzee-oorlog de Nederlandsche kust zoo goed als zeker het tooneel zal zijn van den krijg. Dat, voor zoo ver betreft de Koloniën en Bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen en met name onze Oost-Indische bezittingen, de ontwikkeling van de toestanden in Oost-Azië het noodzakelijk maakt tijdig op eventueele moeilijkheden voor bereid te zijn dat het denkbeeld als zoude in Nederland de beslissing vallen over het lot van Indië, hoeveel vurige aanhangers het in de vorige eeuw ook moge hebben geteld, als reeds lang verouderd moet worden ter zijde gesteld; dat op Nederland als Aziatische mogendheid de onafwijsbare plicht rust, in Azië eene scheepsmacht te onderhouden in over eenstemming met de beteekenis van Nederlandsch-Indië; dat de maritieme middelen tevens geschikt behooren te zijn om, waar noodig, met klem voor de waardigheid van den Staat en de eer van de vlag te kunnen optreden; dat wel is waar onze financieele krachten vooralsnog te kort schieten, om in de Aziatische wateren eene scheepsmacht te onderhouden krachtig genoeg om Indië vols-rekt te beveiligen tegen eiken aanval van buiten, doch dat daardoor de plicht niet vervalt, voor de beveiliging en verdediging van Neder- landsch-Indië alles te doen wat binnen ons bereik ligt dat evenwel onze zeemacht in Nederlandsch Indië voor de vervulling harer taak onvoldoende moet worden geacht; dat hoewel zich oorlogsgevaar voor Nederland in Azië laat denken, zonder dat uitzending van oorlogschepen en ander oor- logsmaterieel uit Europa uitgesloten, of zonder dat vredebreuk in Europa te duchten is, toch in het algemeen, wegens den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 31